Plaats papier in lade 2.
8
OPMERKING: Er wordt papier gebruikt om configuratiepagina's af te drukken als dat nodig is (Letter of A4).
8.1
8.4
Plaats het papier en sluit de lade.
OPMERKING: A4- of Letter-papier moet met de lange
zijde van het papier aan de rechterkant van de lade
worden geplaatst, zoals weergegeven.
Initialiseer de printer.
9
PAS
OP: Sluit de netwerkkabel niet aan op dit moment.
9.1
Sluit het netsnoer aan op de printer en de
wandcontactdoos (gebruik geen verlengsnoer).
PAS
OP: Elke printer moet worden aangesloten op een
eigen groep (15 A of 20 A).
9.4
Druk een configuratiepagina af om ervoor
te zorgen dat de printer goed werkt.
OPMERKING: Markeer de afgedrukte
pagina met een '1' om de eerste
initialisatie aan te geven.
8.2
Duw omlaag op het blauwe lipje in de achterkant van de
lade. Tegelijkertijd knijpt u het blauwe lipje in de voorkant
van de lade in en schuift u om aan te passen aan de goede
papierlengte. Beide lipjes zijn met een veer gespannen en
vergrendelen zodra ze worden losgelaten.
9.2
5
8.3
Knijp de zijkanten van het lipje in en schuif vervolgens om
de papierbreedte aan te passen.
9.3
Volg de prompts op het bedieningspaneel om de
instellingen voor land/regio, taal, datum en tijd in te
stellen.
OPMERKING: Wacht 5-10 minuten totdat de printer de
initialisatieprocessen automatisch heeft voltooid.