PortaDial deurtelefoons kunnen uitsluitend gebruikt worden in combinatie met een zgn. interface. Het type interface kiest U afhankelijk van de toepassing en het gebruik en kan per gebruiker v verschillend zijn. Uitgebreide informatie over de verschillende verkrijgbare types vindt U in de speciale brochure.
INSTALLATIE VAN DE INTERFACE Pag. 4 Verwijder het aansluitklepje Plaats de interface op een geschikte plaats op ca. 1,70 meter hoogte in een droge ruimte en in de nabijheid van een 220V stopcontact. Monteer nu eerst de benodigde wartels aan de onderzijde van de aansluitruimte (Er is plaats voor 1 PG11 wartel).
Sluit in eerste instantie een analoog telefoontoestel aan op de ingang met de benaming PROG.TST. Na het opnemen van de hoorn hoort u twee pieptonen. Deze twee tonen worden door de Interface gegeven ter indicatie dat deze in de programmeerstand staat. U kunt nu direct beginnen met het programmeren van de Interface.
U hoeft dus geen commando hiervoor in te programmeren. Kiezen zonder kiestoon vooraf Indien de interface is aangesloten op een toestelaansluiting van een PABX (bedrijfstele- fooncentrale) waar na belegging van de lijn géén kiestoon door de telefooncentrale wordt gegeven, moet de interface zonder geldige kiestoon kunnen kiezen. Bijvoorbeeld om een 0 te kiezen voor het krijgen van een buitenlijn.
Pagina 7
Met deze functie kunt u instellen na hoeveel belsignalen de interface de lijn mag aannemen als er iemand naar toe belt. U kunt deze optie instellen tussen de 1 en 9 belsignalen. Indien de interface de lijn niet hoeft aan te nemen geeft u een 0 (nul) in.
Pagina 8
# * kiezen indien geprogrammeerd in telefoonnummer. * kiezen Fabrieksinstelling: 7 0 * 0 # uit Indien u de interface een * moet laten kiezen dient u deze optie aan te zetten dus: 7 0 * 1 # # Spraakdetectie aan / uit zetten Speech Fabrieksinstelling: 7 1 * 1 #, aan.
DAG/NACHTSTAND Optioneel te verkrijgen. Er zal op de interface een schakelaar aanwezig zijn om de interface in de dag- of nachtstand te schakelen. Staat de interface in de dagstand, dan zal geheugen plaats 1 gekozen worden.
Bij programmeren op afstand moet bij het intoetsen van de toegangspincode altijd een * ingegeven worden. TECHNISCHE SPECIFICATIES Te gebruiken in combinatie met de PORTADIAL deurtelefoon. Telefoonnummergeheugen voor 16 cijfers en tekens. Programmeerbaar via een TDK-telefoon of op afstand via de telefoonlijn.
DE AANSLUITINGEN Pag. 11 LINE Aansluiting voor een interne analoge toestelaansluiting of analoge telefoonlijn. PROG Aansluitconnector voor een TDK programmeertoestel. PULSCONTACT Aansluiting voor het activeren van een camerasysteem. DEURPOST Aansluiting deurtelefoon (let op de polariteit A+B !). DEUROPENER Deuropener contact, maakcontact. Aansluiting voor de meegeleverde 12VAC of 12VDC adapter.