Veiligheid
4
Veiligheid
4.1
Algemene veiligheidsinstructies voor de gebruiker
4.2
Veiligheidsaanwijzingen
8
•
De gebruiker is verantwoordelijk voor de kwalificatie van het
bedieningspersoneel.
•
De gebruiker zorgt ervoor dat het bedieningspersoneel is geïnstrueerd in de
omgang met het apparaat.
•
De gebruikers moeten regelmatig over de bij hun werkzaamheden
optredende gevaren en over maatregelen ter voorkoming van de gevaren
worden geïnstrueerd.
•
De gebruiker moet ervoor zorgen dat de personen die belast zijn met de
bediening, installatie en het onderhoud de gebruiksaanwijzing hebben
gelezen en begrepen.
•
Alleen vakmensen met de juiste kwalificaties mogen het apparaat
configureren, installeren, onderhouden en repareren.
•
Bij gebruik van gevaarlijke stoffen of stoffen die gevaarlijk kunnen worden,
mag het apparaat alleen worden gebruikt door personen die gekwalificeerd
zijn om met deze stoffen en met het apparaat om te gaan.
•
De gebruiker zorgt ervoor dat het apparaat regelmatig en op basis van het
gebruik wordt gecontroleerd op veiligheid en werking.
•
De gebruiker moet ervoor zorgen dat het elektriciteitsnet een lage
impedantie heeft om te voorkomen dat de apparatuur die op hetzelfde
elektriciteitsnet werkt, wordt beïnvloed.
Het apparaat is volgens de laatste stand van de techniek en de erkende
veiligheidstechnische regels gebouwd. Desondanks kunnen bij het gebruik ervan
functiegerelateerde gevaren voor lijf en leden van de gebruiker of derden
ontstaan.
Lees en volg daarom de volgende veiligheidsinstructies voordat u het product
gebruikt.
Hete oppervlakken!
De volgende onderdelen en elementen kunnen tijdens bedrijf heet worden:
-
Koelvloeistoffen
-
Verwarmingselement
-
Baddeksel
-
Badoppervlak
-
Aansluitingen voor externe toepassing
Bij aanraking zijn ernstige brandwonden aan handen en armen, gezicht en
ledematen mogelijk.
•
Houd voldoende afstand van hete oppervlakken en vloeistoffen.
•
Draag geschikte veiligheidshandschoenen.