Opnamemodi gebruiken
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
•
In bepaalde scènes maakt de camera automatisch een foto
als u de [Ontspanknop] half indrukt.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de
standaardinstellingen voor de Smart Auto-modus gebruikt.
•
Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de
camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van
het onderwerp en de lichtval.
•
Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat
de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het
trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp.
•
Zelfs als u een statief gebruikt, kan het voorkomen dat de camera de
modus
niet detecteert als het onderwerp beweegt.
•
In de Smart Auto-modus verbruikt de camera meer batterijlading,
omdat de camera de instellingen vaak wijzigt om de juiste scènes te
selecteren.
De Simpleshot-modus gebruiken
In de Simpleshot-modus kunt u foto's maken met eenvoudige
aanpassingen aan de helderheid en kleur.
1
Raak
2
Sleep de schuifregelaars of raak de voorbeeldfoto's aan
om Helderheid en Kleur aan te passen.
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
35
Uitgebreide functies
aan op het startscherm.
Helderheid
Kleur