Bedieningshandleiding
Veiligheidsschakelaar
Montage van de bediensleutel
Zie montagehandleiding van de bediensleutel.
De veiligheidssensor en de bediensleutel moeten via
geschikte maatregelen (gebruik van eenwegschroeven,
lassen, nieten, borgen met pennen) onlosmakelijk aan
de beschermvoorziening bevestigd worden en tegen
verschuiven beveiligd worden.
3.2 Afmetingen
Alle maten in mm.
9
M 12
13
30
Veiligheidsschakelaar AZ 16 AS
56
40
ø 5,5
27
Bediensleutel AZ 15/16-B1
Radii via de brede kant van de bediensleutel
56
56
40
40
Radii via de lange kant van de bediensleutel
4. Elektrische aansluiting
27
27
4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze
toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel
uitgevoerd worden.
De aansluiting op het AS-Interface systeem gebeurt via een M12
stekker. De M12 stekker heeft een A-codering. De aansluitconfiguratie
van de M12 stekker is (volgens EN 50295) als volgt bepaald:
4
vrij
AS-Interface +
1
40
5,5
M 12
52
16
3
AS-Interface -
vrij
2
ST 3
LED
ST 1
5. Configuratie
5.1 Het slave adres programmeren
Het slave adres wordt via de M12 stekkeraansluiting geprogrammeerd.
Via een AS-i busmaster of handprogrammeertoestel kan een adres van
1 tot 31 ingesteld worden.
5.2 Configuratie van de veiligheidsmonitor
De AZ 16 AS moet als tweekanalig gedwongen uitgevoerde module
in de veiligheidsmonitor (ASM) geconfigureerd worden. (zie ASIMON
handleiding)
Tweekanalig gedwongen uitgevoerd
• Aanlooptest in optie
• Reset ter plaatse optioneel
De configuratie van de veiligheidsmonitor moet door een be-
voegde veiligheidsexpert / veiligheidsbeambte gecontroleerd
en geaccordeerd worden.
6. Gebruik en onderhoud
6.1 Functietest
De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Eventuele schade aan de behuizing van de schakelaar
2. Intactheid van de kabelaansluitingen
3. De AZ 16 AS op het AS-Interface netwerk aansluiten
4. Parameteruitgangen op "1111" (0xF) instellen
5. De correcte functie van het geheel AZ 16 AS en bediensleutel
AZ 15/16 via de geconfigureerde veiligheidsmonitor ASM testen
6.2 Onderhoud
Bij een zorgvuldige montage en mits inachtneming van de hiervoor
beschreven opmerkingen is slechts een miniem onderhoud vereist.
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan,
inclusief de volgende stappen:
1. Verwijdering van stof en vuil
2. Controle van de kabelaansluitingen
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.
7. Demontage en afvalverwijdering
7.1 Demontage
De veiligheidsschakelaar mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.
7.2 Afvalverwijdering
De veiligheidscomponent moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
NL
AZ 16 AS
ST 2
3