Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gebruik En Onderhoud; Functietest; Onderhoud; Demontage En Afvalverwijdering - schmersal BNS 250 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding
Veiligheidssensor
Meer informatie voor het kiezen van geschikte veiligheids-
modules vindt u in de Schmersal catalogi of in de online
catalogus: www.schmersal.net.
Technisch gezien is het mogelijk meerdere veiligheidssensoren
BNS 250-11Z aan een AES veiligheidsmodule aan te sluiten. Voor
het aansluiten van meerdere veiligheidssensoren (controleren
of dit toegelaten is!) worden de maakcontacten parallel en de
verbreekcontacten in serie geschakeld. Om tot 4 veiligheidssensoren
als NC/NO variant aan te sluiten, kan de ingangsuitbreidingsmodule
Protect-IE-11 of PROTECT-PE-11 (AN) gebruikt worden. Bij
BNS 250 veiligheidssensoren met LED moeten, uitgezonderd de
ingangsuitbreidingsmodule Protect-IE, niet in serie geschakeld
worden. De lichtsterkte neemt hierdoor sterk af en de spanning kan
onder de minimum ingangsspanning van de eraan geschakelde
veiligheidsmodule vallen. n veiligheidsmodule worden geschakeld houd
dan rekening met een eventueel verminderde foutdekkingsgraad (DC,
Diagnostic Coverage).

5. Gebruik en onderhoud

5.1 Functietest

De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Bevestiging van veiligheidssensor en bediensleutel
2. Juiste bevestiging en goede conditie van de voedingskabel
3. het systeem is vrij van vuil en vreemde onderdelen
(vooral metaalspanen)

5.2 Onderhoud

Bij een correcte installatie en doelmatig gebruik vereist de
veiligheidssensor geen onderhoud. Wij raden een regelmatige visuele
inspectie en functietest aan, inclusief de volgende stappen:
• Bevestiging van de bediensleutel en de veiligheidssensor controleren
• Eventueel aanwezige metaalspanen verwijderen
• Voedingskabel op eventuele beschadigingen controleren
Tijdens alle bedrijfsmatige levensfasen van de
veiligheidsschakelcomponent moeten constructief
en organisatorisch geschikte maatregelen voor de
manipulatiebeveiliging of tegen het manipuleren van de
veiligheidsvoorziening, bijvoorbeeld door het gebruik van
een vervangende bediensleutel, getroffen worden.
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.

6. Demontage en afvalverwijdering

6.1 Demontage

De veiligheidsschakelaar mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.

6.2 Afvalverwijdering

De veiligheidscomponent moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
4
NL
BNS 250

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave