De basisfuncties
Headsetbediening
1
5
6
1. Volumeknop: Druk herhaaldelijk vooruit of achteruit om het volume aan te passen
2. Knop Bellen/Teams: Druk hierop om een oproep te plaatsen, beantwoorden,
beëindigen of om Microsoft-teams te bedienen (Teams-model en Teams-
desktoptoepassing vereist)
3. Muteknop: Druk tijdens een gesprek om de mutefunctie in en uit te schakelen
4. Headset-led: Knippert wanneer deze in gebruik is
5. Aan/uit-knop: Schakelt de headset in en uit
6. ANC (actieve ruisonderdrukking): In- en uitschakelen
Uw headset inschakelen
Als u de headset wilt inschakelen, verschuift u de aan/uit-knop zodat de groene kleur
zichtbaar wordt.
Opmerking:
Het ontwerp van de headset kan variëren.
Volume aanpassen
• Headsetvolume Pas het volume van uw headset aan met de volumeregeling voor
omhoog (+) en omlaag (-).
• Volume vaste telefoon Hiermee past u de volume-instellingen van uw basisstation
aan wanneer uw stem of de stem van uw beller te zacht/luid is tijdens een gesprek op
een vaste telefoon. Druk op het navigatiewieltje van het basisstation en blader naar:
Geavanceerd > Vaste telefoon > Luidspreker of microfoon > Niveau aanpassen. Als
uw stem te zacht/luid is, past u het microfoonvolume aan. Als de stem van de beller
te luid/zacht is, past u het spraakvolume
Opmerking:
Als u een menu wilt afsluiten, drukt u op de terugknop aan de
linkerkant van het basisstation.
Het microfoonvolume van de headset aanpassen (vaste telefoon/
softphone)
Plaats een testoproep met de softphone en pas het volume van de softphone, de vaste
telefoon en de pc dienovereenkomstig aan.
2
3
4
aan.
15