9 Problemen
oplossen
In deze sectie worden veelvoorkomende
problemen en de bijbehorende oplossingen
beschreven.
Algemene problemen met de
televisie
De televisie gaat niet aan:
•
Haal het netsnoer uit het stopcontact.
Wacht één minuut en sluit het dan weer
aan.
•
Controleer of het netsnoer goed is
aangesloten.
De afstandsbediening werkt niet goed:
•
Controleer of de batterijen juist in
de afstandsbediening zijn geplaatst, in
overeenstemming met de symbolen +
en -.
•
Vervang de batterijen als deze leeg of
bijna leeg zijn.
•
Maak de sensorlens van de
afstandsbediening en de televisie schoon.
Het stand-bylampje op de televisie knippert
rood:
•
Haal het netsnoer uit het stopcontact.
Wacht totdat de TV is afgekoeld voordat
u het netsnoer aansluit. Als het lampje
hierna nog knippert, neemt u contact op
met Philips Consumer Care.
U bent de code vergeten waarmee u de TV-
vergrendeling kunt ontgrendelen
•
Typ '8888'.
De taal van het televisiemenu is onjuist.
•
Wijzig de taal van het TV-menu.
Wanneer u de televisie in- of uitschakelt of
op stand-by zet, maakt de behuizing van de
televisie een krakend geluid:
•
Geen handeling nodig. Het krakende
geluid wordt veroorzaakt door het
uitzetten en inkrimpen van de televisie
wanneer deze warm wordt en afkoelt.
Dit is normaal. De prestaties worden
hierdoor niet beïnvloed.
Problemen met TV-zenders
Eerder ingestelde zenders staan niet in de lijst
met zenders
•
Controleer of de juiste zenderlijst is
geselecteerd.
Er zijn tijdens de installatie geen digitale
zenders gevonden
•
Controleer of de TV DVB-T of DVB-C in
uw land ondersteunt. Raadpleeg de lijst
met landen op de achterkant van de TV.
Problemen met het beeld
De TV is ingeschakeld, maar er is geen beeld:
•
Controleer of de antenne goed op de
televisie is aangesloten.
•
Controleer of het juiste apparaat is
geselecteerd als de TV-bron.
Er is geluid, maar geen beeld:
•
Controleer of de beeldinstellingen juist
zijn ingesteld.
De televisieontvangst van een
antenneaansluiting is slecht:
•
Controleer of de antenne goed op de
televisie is aangesloten.
•
Luidsprekers, niet-geaarde
audioapparaten, neonlampen, hoge
gebouwen of andere grote objecten
kunnen de ontvangstkwaliteit
beïnvloeden. Probeer indien mogelijk de
ontvangstkwaliteit te verbeteren door de
antenne te verplaatsen of apparaten in de
buurt van de TV verder weg te zetten.
•
Als de ontvangst voor slechts één zender
slecht is, probeert u deze zender fijn af te
stemmen.
De beeldkwaliteit van de aangesloten
apparaten is slecht:
•
Controleer of de apparaten goed zijn
aangesloten.
•
Controleer of de beeldinstellingen juist
zijn ingesteld.
NL
39