17-ALARMEN
in slechtere trekcondities (ook te wijten aan de positie van de schoorsteen in zones die bijzonder onderhevig zijn aan atmosferische
elementen zoals dominante wind, sneeuw, noordelijke blootstelling, enz.) nodig zijn af te stellen om altijd en in elk geval de voorziene
interne onderdrukwaarden in het reservoir te garanderen.
Om het gebrek aan interne onderdruk te compenseren, volstaat het de snelheid (RPM) van de rookextractor te regelen zodat de minimale
waarden aangegeven in de tabel gegarandeerd zijn.
Bij interne onderdrukwaarden onder de waarden in de tabel, kan dit ook bepaald worden door een slechte hermetische afsluiting van de
interne pakkingen of eenvoudige slijtage van het product met verloop van tijd.
BEDRIJFSINSTRUCTIES OVER DE ONDERDRUKCONTROLES EN EVENTUELE VARIATIES VAN HET TOERENTAL
Sluit een manometer aan op de drukaansluiting van het reservoir:
•
Voor producten met een toegewijde drukaansluiting inbegrepen in het reservoir, aansluiten op het afnamepunt en de manometer
aansluiten.
•
Voor producten zonder toegewijde drukaansluiting, het slangetje van de drukregelaar afkoppelen van de drukaansluiting aanwezig
op het reservoir, een "T" toevoegen aan het slangetje om het circuit af te sluiten, de manometer aansluiten en het slangetje opnieuw
koppelen aan de drukaansluiting van het reservoir.
De eventuele regeling van de verbranding en bijgevolg de interne onderdruk in het reservoir kunnen op twee manieren plaatsvinden:
A) Wijzig de waarde RPM van de rookextractor in het MENU INSTELLINGEN
•
De beschikbare waarden gaan van -3 tot +3 en dit komt percentueel overeen met:
•
RPM: -10% +10% voor de producten Active System
•
RPM: -30% +50% voor de producten NIET Active System
•
Het percentueel verschil bepaalt proportioneel en percentueel alle vermogenswaarden (van 1 tot 5). Het percentueel verschil bepaalt
niet de tussenfasen in de werking zoals de INSCHAKELING, FIRE ON of UITSCHAKELING
•
Bij een toename van het toerental neemt de afzuiging en bijgevolg de interne onderdruk toe, om de verschijnselen die het afgaan
van het alarm veroorzaken te compenseren.
B) Door het toerental van de reductiemotor manueel te regelen in het MENU TECHNISCHE PARAMETERS
•
De drukregelaar is geijkt op 10/20 Pa. Dit betekent dat die onder de 10 Pa interne onderdruk in het reservoir afslaat en om te
herstellen moet opnieuw meer dan 20 Pa interne onderdruk aanwezig zijn in het reservoir
•
De onderdrukwaarde bij het minimaal vermogen moet altijd boven de 10 Pa liggen, bij een discrete marge die met verloop van tijd
kan verdwijnen omwille van de slijtage van de pakkingen of ander (minstens 12/13 Pa)
•
De onderdrukwaarde bij het maximaal vermogen moet altijd groter zijn dan 20 zodat de drukregelaar zich kan herstellen wanneer
het automatisme voor de reset van de drukregelaar in werking treedt. De procedure voor de reset van de drukregelaar (zoals na de
opening van het deksel om het reservoir te vullen), voorziet dat de elektronica het toerental van de ventilator van de rookextractor
gedurende enkele ogenblikken tot de drempel van VERMOGEN 5 (P5) brengt. In P5 moet de interne onderdrukwaarde in het reservoir
dus altijd > 20 Pa bedragen (22/23 Pa aanbevolen om de marge te behouden).
•
N.B. = De menu's TECHNISCHE PARAMETERS zijn beschermd met een password om te voorkomen dat de gebruiker er
per ongeluk kan inkomen
Opgepast! De fabrieksset die op het product ingesteld is, is bestudeerd om de gecertificeerde technische gegevens te
verkrijgen. Als de gegevens anders zijn (dan die van het pelletrecept) dan is het mogelijk de parameters te wijzigen
zoals hiervoor vermeld wordt.
De afstellingen mogen uitsluitend uitgevoerd worden door geautoriseerd en gekwalificeerd personeel, onder diens
verantwoording, en na gecontroleerd te hebben of de installatie conform is.
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
19