b) Aansluiten van de luidsprekers
De bekabeling naar de luidsprekers moet tweedraads worden uitgevoerd. Isoleer alle aansluitpunten. Zorg
dat de kabels niet door scherpe randen kunnen worden beschadigd.
Gebruik uitsluitend luidsprekers met voldoende belastbaarheid (zie "Technische gegevens").
Verbind de luidsprekers rechtstreeks met de versterker. Gebruik geen verloopstekkers of verdeelkastjes.
Neem in geval van twijfel contact op met een deskundige.
Zorg ervoor dat alle luidsprekers volgens de juiste polariteit zijn aangesloten, dus de plus- en mintekens
moeten overeenkomen!
De versterker is ontwikkeld voor gebruik met luidsprekerimpedanties van 4 tot 8 ohm. Sluit op elke uitgang
slechts één luidspreker aan.
De luidsprekeraansluitingen zijn geschikt om er banaanstekkers in te steken of gestripte luidsprekerkabels
(max. diameter 2,5 mm) in vast te klemmen.
Als uw luidsprekerkabels voorzien zijn van banaanstekkers, kunt u deze gewoon in de luidsprekeraanslui-
tingen steken.
Als u de luidsprekerkabels wilt vastklemmen, draait u de klemmen een beetje open en steekt u de gestripte
uiteinden van de luidsprekerkabels in de te blootgelegde opening. Draai de klemmen weer dicht om de
luidsprekerkabel vast te zetten. Zorg er hierbij voor dat de draden van de luidsprekerkabels volledig in de
luidsprekerklemmen worden gestoken en geen kortsluiting veroorzaken.
Aansluiting van de luidsprekeruitgangen SPEAKERS (14)
1
c) Aansluiten van een hoofdtelefoon
Op de hoofdtelefoonaansluiting
1. Steek de stekker van de hoofdtelefoon in de hoofdtelefoonaansluiting
2. Als de stekker van de hoofdtelefoon niet past, kunt u een passende verloopstekker gebruiken.
Als er een hoofdtelefoon is aangesloten, worden de luidsprekers automatisch uitgeschakeld.
10
Aansluiting
Verbinden met
R+
rechter luidspreker +
R-
rechter luidspreker -
L+
linker luidspreker +
L-
linker luidspreker -
(10) kunt u eventueel een hoofdtelefoon aansluiten.
(10).