Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding
beschreven worden, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Inspecteer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is
bedoeld.
Grondbeginselen
In de sectie Bedieningsinstructies staan instructies
voor elk aspect van de bediening van de machine.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener alle
veiligheidsvoorschriften en instructies in de
bedieningshandleiding, veiligheidshandleiding en
verantwoordelijkheidshandleiding op te volgen.
Het gebruik van de machine voor een ander doel
dan het heffen van personen, samen met gereed-
schappen en materialen, naar een werklocatie in de
lucht is onveilig en gevaarlijk.
De machine mag alleen door getraind en bevoegd
personeel worden bediend. Als meer dan één
bediener op verschillende tijdstippen in dezelfde
dienst een machine bedient, mag het hier alleen om
gekwalificeerde bedieners gaan van wie verwacht
wordt dat zij alle veiligheidsvoorschriften en
instructies in de bedienings-, verantwoordelijkheids-
en veiligheidshandleidingen opvolgen. Dat betekent
dat elke nieuwe bediener een inspectie voor het
gebruik, functietests en een inspectie van de
werkplek moet uitvoeren voordat hij de machine
gebruikt.
24
Motor starten
1 Draai het contactslot van de grondbediening in
de gewenste stand.
2 Zorg ervoor dat de rode noodstopknop van zowel
de grond- als de platformbediening uitgetrokken
is in de stand aan.
Benzine/LPG-modellen
3 Kies de brandstof door de brandstofkeuze-
schakelaar in de gewenste stand te zetten.
4 Verplaats de motorstarttuimel-
schakelaar naar een van beide
zijden. Als de motor niet start of
afslaat, schakelt de herstart-
vertraging de startschakelaar
3 seconden uit.
Perkins-modellen
3 Verplaats de motorstarttuimelschakelaar naar
een van beide zijden. Het indicatielampje
'gloeibougie' gaat branden. Na een paar
seconden start de motor.
Deutz-modellen
3 Verplaats de gloeibougieschakelaar naar een
van beide zijden en houd deze 3 tot 5 seconden
vast.
4 Verplaats de motorstarttuimelschakelaar naar
een van beide zijden. Als de motor niet start of
afslaat, schakelt de herstartvertraging de
startschakelaar 3 seconden uit.
Alle modellen
Als de motor na 15 seconden ronddraaien niet start,
dient u de oorzaak hiervan vast te stellen en
eventuele storingen te repareren. Wacht 60
seconden voordat u opnieuw probeert te starten.
Genie S-80 en Genie S-85
Vierde uitgave • Derde druk
Onderdeelnr. 82580DU