7.8 Manueel optellen
Door deze functie is het mogelijk om de afzonderlijke weegwaarden aan het
optelgeheugen toe te voegen door de toets
van de optionele printer te printen.
• Menu-instellingen:
"F5 Prt"
"P4 CHk"
• De optelfunctie is niet actief indien het gewicht minder dan 20 d bedraagt.
Optellen:
Het gewogen materiaal A opleggen.
Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding
drukken. De gewichtswaarde wordt opgeslagen en na aansluiten van een
optionele printer, geprint.
Het gewogen materiaal afnemen. Het volgende weegmateriaal kan pas worden
toegevoegd als de aanduiding ≤ nul bedraagt.
Het gewogen materiaal B opleggen.
Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt, vervolgens de toets
drukken. De gewichtswaarde wordt aan het optelgeheugen toegevoegd en, indien
nodig, geprint. Het aantal wegingen en het totale gewicht worden 2 s lang achter
elkaar afgelezen.
Indien nodig het volgende gewogen materiaal zoals bovenbeschreven optellen.
Opletten dat het weegsysteem tussen de afzonderlijke wegingen ontlast dient te
worden.
Dat proces kan willekeurig aantal keren worden herhaald totdat de mogelijkheden
van het weegsysteem worden gebruikt.
De gememoriseerde weeggegevens aflezen:
Bij de nulaanduiding de toets
gewicht verschijnen achter elkaar 2 s lang en worden na aansluiten van de
optionele printer, geprint.
21
"P Prt", zie hoofdstuk 8.2 "Parameters van de interface"
"mode 1", zie hoofdstuk 12.4
drukken, het aantal wegingen en het totale
te drukken en deze na aansluiten
verschijnt, vervolgens de toets
STABLE
KFF-T-BA_IA-nl-1111