NL
1.4
Symbolen op het display
Terug naar het hoofdmenu.
De cursor naar beneden verplaatsen voor een nieuwe parameter.
De functie in de geselecteerde regel wijzigen.
De waarde verhogen.
2
MENU'S
Het bedieningspaneel heeft verschillende menu's: het hoofmenu, het metingenmenu,
het selectiemenu, het procesmenu, het instelmenu, het configuratiemenu en het
geheugenmenu. Bij het inschakelen verschijnt er op het display een startscherm met
informatie over het soort bedieningspaneel en de versie van de gebruikte software.
2.1
Het hoofdmenu en het metingenmenu
Het hoofdmenu verschijnt altijd meteen na het inschakelen
en toont de ingestelde waarden. Als u zich in het
hoofdmenu bevindt als u begint met lassen, verandert het
menu automatisch om de gemeten waarden weer te geven
(het metingenmenu). De gemeten waarden blijven zichtbaar
op het display, ook als u stopt met lassen. Verdraai de
knoppen om terug te keren naar het hoofdmenu.
U krijgt toegang tot andere menu's zonder de gemeten waarden te verliezen.
Alleen als een knop wordt verdraaid of de lasmethode wordt gewijzigd, worden de
ingestelde in plaats van de gemeten waarden weergegeven.
2.2
Het selectiemenu
Via het selectiemenu kunt u het volgende gewenste menu
kiezen: procesmenu, instelmenu, configuratiemenu of
geheugenmenu.
Procesmenu
Gebruik dit menu
om het laspro-
ces, soort
materiaal etc. te
wijzigen.
Configuratie-
menu
Gebruik dit menu
voor het wijzigen
van de taal, de
maateenheden
etc.
bi08inth1
De waarde verlagen.
Instelmenu
Gebruik dit menu voor
het instellen van de
lasparameters, zoals
gasvoorstroom, hot
start--tijd, kratervultijd etc.
Geheugenmenu
Gebruik dit menu voor
het opslaan, oproepen
en/of wissen van
verschillende opgeslagen
lasinstellingen. Er zijn
tien geheugenposities
voor het opslaan van
lasgegevens.
- - 5 - -