Illumisphere 50
5.
Instellingen
5.1.
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
Let op
Sluit alle datakabels aan voordat u de voeding inschakelt.
Koppel het apparaat los van de voeding voordat u datakabels aansluit of loskoppelt.
5.2.
Instellingen standalonegebruik
Als de Illumisphere 50 niet is aangesloten op een controller of andere apparaten, dan werkt het
apparaat in de stand-alonestand. Het kan automatisch of geluidsgestuurd worden bediend.
Raadpleeg voor meer informatie over het uitvoeren van ingebouwde programma's in de automatische
stand 6.6.3. Running Mode op pagina 20.
Raadpleeg voor meer informatie over de geluidsgestuurde stand 6.6.3. Running Mode op pagina 20.
5.3.
DMX-aansluiting
5.3.1. DMX-512-protocol
Voor het uitvoeren van lichtshows met één of meerdere apparaten en een DMX-512-controller, of het
uitvoeren van gesynchroniseerde shows met twee of meerdere apparaten in een master-slaveopstelling,
hebt u een seriële DMX-datalink nodig.
De Illumisphere 50 beschikt over 3-polige DMX-signaalaansluitingen IN en OUT.
De functie van de pennen is als volgt: pen 1 (aarde), pen 2 (-), pen 3 (+).
Apparaten op een seriële datalink moeten in serie met elkaar worden verbonden. Het aantal apparaten
dat u kunt bedienen via één datalink wordt bepaald door het gecombineerde aantal DMX-kanalen van
de gekoppelde apparaten en de 512 kanalen die beschikbaar zijn in één DMX-universe.
Volgens de norm TIA-485 mogen er niet meer dan 32 apparaten worden aangesloten op één datalink.
Als u meer dan 32 apparaten op één datalink wilt aansluiten, moet u een optisch geïsoleerde DMX-
splitter/booster gebruiken om verstoring van het DMX-signaal te voorkomen.
Opmerking:
●
Aanbevolen maximale afstand voor DMX-datalink: 300 m
●
Aanbevolen maximumaantal apparaten op een DMX-datalink: 32 apparaten
Productcode: 41123
14