7. Bediening
Voorbereiding voor gebruik
Lees de handleiding voordat je het instrument in gebruik neemt.
Open het batterijklepje en plaats de 9V batterij.
Thermometer aan/uit
Houd de trekker (4) ingedrukt om de meter in te schakelen en
met testen te beginnen. Het display licht op als de batterij goed is.
Vervang
de batterij als het display niet oplicht. De meter schakelt automa-
tisch uit na ongeveer 20 seconden nadat de knop wordt losgela-
ten.
°C/°F
Druk op knop (6) om de meeteenheid te kiezen.
EMS-instelling
De emissiviteit (EMS) - 0,95. Zie bijlage 1 voor nauwkeurigere
waarden.
Laseraanwijzer
De laserpointer is ingeschakeld wanneer je het apparaat aanzet.
Druk op knop (7) LASER om de laserpointer uit te schakelen.
Achtergrondverlichting
De achtergrondverlichting is ingeschakeld wanneer u het toestel
inschakelt. Druk op knop (8) BACKLIT om de achtergrondverlich-
ting uit te schakelen.
Meting
Houd de meter bij het handvat vast en richt hem naar het te
meten oppervlak. Druk op de trekker (4) en houd deze vast om de
meter in te schakelen en te beginnen met testen. Laat de knop (4)
los en het HOLD displaysymbool verschijnt op het display om aan
te geven dat de meting wordt vastgehouden.
Afstand tot puntgrootte
Let bij het meten op de afstand tot de grootte van de spot. Naar-
mate de afstand (D) tot het doeloppervlak toeneemt, wordt de
spotgrootte (S) van het gebied dat door de eenheid wordt geme-
ten groter. De afstand tot puntgrootte van de eenheid is 12:1.
Dit toestel is uitgerust met een laser die gebruikt wordt om te
richten.
8. Onderhoud
Het onderhoud van de thermometer omvat het vervangen van de
voeding, het reinigen van het apparaat met een droge doek en
en debugging. Periodiek, één keer per jaar, is het nodig om de
instellingen te controleren in een erkend servicecentrum.
9. Specifieke redenen van defecten aan het instrument
1.Volledig ontladen batterij
Na het indrukken en
2.Slecht contact van batterij
ingedrukt houden van de
en stekker van de
MEETKNOP (5),
thermometer
gaat het instrument niet
aan.
3. Gebroken aansluitdraad
in batterijvak
10. Opslag en transport
Bewaar en vervoer het instrument alleen in koffers.
Verwijder de batterij als je het instrument een lange tijd niet gaat
gebruiken.
Stel het instrument niet bloot aan mechanische effecten (verwar-
ming, klappen, sterke trillingen, vochtigheid, stof ...).
Bewaar het instrument onder normale omstandigheden
(temperatuur/vochtigheid).
GARANTIE
De fabrikant garandeert de oorspronkelijke koper dat dit product
vrij is van materiaal- en fabricagefouten bij normaal gebruik gedu-
rende een periode van twee (2) jaar vanaf de aankoopdatum.
Tijdens de garantieperiode en na bewijs van aankoop zal het
product worden gerepareerd of vervangen (door hetzelfde of een
gelijksoortig model naar keuze van de fabrikant), zonder kosten
voor onderdelen of arbeidsloon.
Neem in geval van een defect contact op met de dealer waar u dit
product oorspronkelijk hebt gekocht.
De garantie is niet van toepassing op dit product als het verkeerd
is gebruikt, misbruikt of veranderd. Zonder het voorgaande te be-
perken, worden lekkage van de batterij, buigen of laten vallen van
het apparaat worden verondersteld defecten te zijn die het gevolg
zijn van verkeerd gebruik of misbruik.
1.Batterij vervangen
2. Contacten herstellen
3. Voedingskabel herstellen