Toelichting bij de symbolen en veiligheidsinstructies
▶ Informeer een erkende vakman.
▶ Gebreken laten oplossen.
H Levensgevaar door koolstofmonoxide
Koolstofmonoxide (CO) is een giftig gas, dat onder an-
dere bij de onvolledige verbranding van fossiele
brandstoffen zoals olie, gas of vaste brandstof ont-
staat.
Gevaren ontstaan, wanneer koolstofmonoxide vanwe-
ge een storing of een lekkage uit de installatie ontsnapt
en ongemerkt in binnenruimten ophoopt.
U kunt koolstofmonoxide niet zien, proeven of ruiken.
Om gevaar door koolstofmonoxide te voorkomen:
▶ Laat de installatie regelmatig door een erkend in-
stallateur inspecteren en onderhouden.
▶ CO-melders toepassen, die bij CO-ontsnapping tij-
dig alarmeren.
▶ Bij een verdenking van ontsnappende CO:
– Waarschuw alle bewoners en verlaat direct het
gebouw.
– Informeer een erkende vakman.
– Gebreken laten oplossen.
H Inspectie, reiniging en onderhoud
De gebruiker is verantwoordelijk voor de veiligheid en
de milieuvriendelijke werking van de cv-installatie.
Ontbrekende of ondeskundige inspectie, reiniging en
onderhoud kunnen ernstig tot dodelijk lichamelijk let-
sel of materiële schade tot gevolg hebben.
Wij raden aan om een contract af te sluiten met een er-
kend vakman voor een jaarlijkse inspectie en een be-
hoefteafhankelijke reiniging en onderhoud.
▶ Laat de werkzaamheden alleen uitvoeren door een
erkend vakman.
▶ Laat de cv-installatie minimaal eenmaal per jaar
door een erkend vakman inspecteren.
▶ Laat benodigde reinigings- en onderhoudswerk-
zaamheden direct uitvoeren.
▶ Geconstateerde gebreken aan de cv-installatie on-
afhankelijk van de jaarlijkse inspectie direct laten
oplossen.
H Aanpassingen en herstellingen
Verkeerde veranderingen aan de ketel of andere delen
van de cv-installatie kunnen persoonlijk letsel en/of
materiële schade tot gevolg hebben.
▶ Laat de werkzaamheden alleen uitvoeren door een
erkend installateur.
▶ Verwijder nooit de mantel van de ketel.
▶ Voer geen veranderingen uit aan de ketel of andere
delen van de cv-installatie.
4
▶ Uitloop van de veiligheidskleppen nooit afsluiten.
CV-installaties met boiler: tijdens het opwarmen
kan water uit de veiligheidsklep van de boiler ko-
men.
H Open bedrijf
De opstellingsruimte moet voldoende zijn geventi-
leerd, wanneer de ketel de verbrandingslucht onttrekt
aan de ruimte.
▶ Voorkom dat be- en ontluchtingsopeningen in deu-
ren, ramen en muren worden afgesloten of ver-
kleind.
▶ Waarborg dat aan de ventilatie-eisen wordt voldaan
in overleg met een vakman:
– bij bouwkundige veranderingen (bijv. vervangen
van ramen en deuren)
– bij inbouw naderhand van ketels met afvoerlucht
naar buiten toe (bijvoorbeeld afvoerluchtventila-
toren, keukenventilatoren of airconditioningap-
paraten).
H Verbrandingslucht/kamerlucht
De lucht in de opstellingsruimte moet vrij zijn van ont-
brandbare of chemisch agressieve stoffen.
▶ Gebruik of bewaar geen licht ontvlambare of explo-
sieve materialen in de nabijheid van de warmtepro-
ducent (papier, benzine, verdunningen, verf enz.).
▶ Gebruik of bewaar geen corrosieve stoffen in de na-
bijheid van de warmteproducent (oplosmiddelen,
lijm, chloorhoudende reinigingsmiddelen enz.).
H Materiële schade door vorst
Wanneer de cv-installatie niet in een vorstvrije ruimte
is opgesteld en niet in bedrijf is, kan deze bij vorst be-
vriezen. In zomerbedrijf of bij geblokkeerd cv-bedrijf
bestaat alleen vorstbeveiliging van de ketel.
▶ Laat de cv-installatie, indien mogelijk, ingeschakeld
en stel de aanvoertemperatuur in op minimaal
30 °C,
-of-
▶ Laat de verwarmings- en warmwaterleiding leeglo-
pen door een installateur aan het laagste punt van
de installatie.
- of
▶ Laat door de installateur antivries bij het cv-water
mengen en het warmwatercircuit aftappen.
▶ Laat elke 2 jaar controleren , of de benodigde vorst-
bescherming door het antivries nog is gewaar-
borgd.
Condens 2300i W – 6721825842 (2020/06)