1. Druk op de toets MODE (18), tot alleen de LED Power (16)
brandt.
2. Druk op de toetsen Waarde verhogen (19) en Waarde
verlagen (21), om de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid te kiezen.
ð De gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid wordt ca.
5 seconden op de segmentweergave (20) weergegeven,
daarna wordt de actuele relatieve
ruimteluchtvochtigheid weergegeven.
Gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid instellen
U kunt de relatieve ruimteluchtvochtigheid uitsluitend in de
bedrijfsmodus Ontvochtiging wijzigen.
1. Druk op de toetsen Waarde verhogen (19) en Waarde
verlagen (21), om de relatieve ruimteluchtvochtigheid in te
stellen. Het instelbereik ligt tussen 35% en 85% in stappen
van 5%.
ð De gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid wordt ca.
5 seconden op de segmentweergave (20) weergegeven,
daarna wordt de actuele relatieve
ruimteluchtvochtigheid weergegeven.
Ventilatorsnelheid instellen
Via deze functie kunt u kiezen uit een lage, middelmatige en
hoge ventilatorsnelheid. De ventilatorsnelheid kan alleen in de
bedrijfsmodus Ontvochtiging worden ingesteld. De
bedrijfsmodus Wasdroogfunctie is het hoogste niveau
vooringesteld.
1. Druk herhaaldelijk op de toets FAN (22), om de gewenste
ventilatorsnelheid te kiezen.
Continubedrijf
Het apparaat ontvochtigt de lucht continu en onafhankelijk van
de relatieve ruimteluchtvochtigheid. De gewenste relatieve
luchtvochtigheid kan in deze bedrijfsmodus niet worden
ingesteld.
1. Druk op de toets MODE (18), tot de LED Cont. (14) brandt.
ð De bedrijfsmodus Continubedrijf is geselecteerd.
Info
In continubedrijf kan de condensafvoerslang worden
aangesloten, om het ontstane condens continu af te
voeren.
Comfortbedrijf
Het comfortbedrijf zorgt voor een aangename luchtvochtigheid
binnen een bereik van 45 % tot 55 %. Het apparaat regelt
afhankelijk van de ruimtetemperatuur automatisch een
comfortabele luchtvochtigheid tussen de waarden 45 % – 50 %
– 55 %.
De handmatige regeling van de luchtvochtigheid is niet
beschikbaar in deze bedrijfsmodus.
1. Druk op de toets MODE (18), tot de LED Comfort (15)
brandt, voor het in- of uitschakelen van comfortbedrijf.
10
Timer instellen
De timer kan worden geprogrammeerd om het apparaat na een
ingesteld aantal uren (maximaal 24) in- of uit te schakelen.
De timer kan in stappen van 0,5 uur (0 tot 10 uur) resp. stappen
van 1 uur (10 tot 24 uur) worden geprogrammeerd.
De timer kan in alle bedrijfsmodi worden ingesteld.
U kunt de functie activeren, als het apparaat in- of
uitgeschakeld is.
Let op
Het apparaat mag niet onbewaakt in een vrij
toegankelijke ruimte worden gebruikt, als de timer
actief is.
Automatisch inschakelen
ü Het apparaat is uitgeschakeld.
1. Druk op de toets TIMER (23), voor het programmeren van
het automatisch inschakelen.
ð De LED TIMER (10) brandt.
ð Op de segmentweergave (20) wordt het aantal uren tot
het automatisch inschakelen weergegeven. Standaard:
0.0
2. Druk op de toetsen Waarde verhogen (19) en Waarde
verlagen (21), tot het gewenste aantal uren tot het
automatisch inschakelen is ingesteld.
ð Het aantal uren wordt ca. 5 s op de
segmentweergave (20) weergegeven. Daarna wordt de
actuele ruimteluchtvochtigheid weergegeven.
ð De timer is ingesteld op het gewenste aantal uren.
ð Het apparaat wordt na de vooringestelde tijd ingeschakeld.
Automatisch uitschakelen
ü Het apparaat is ingeschakeld.
1. Druk op de toets TIMER (23), voor het programmeren van
het automatisch uitschakelen.
ð De LED TIMER (10) brandt.
ð Op de segmentweergave (20) wordt het aantal uren tot
het automatisch uitschakelen weergegeven. Standaard:
0.0
2. Druk op de toetsen Waarde verhogen (19) en Waarde
verlagen (21), voor het kiezen van het gewenste aantal
uren tot het automatisch uitschakelen.
ð Het aantal uren wordt ca. 5 s op de
segmentweergave (20) weergegeven. Daarna wordt de
actuele ruimteluchtvochtigheid weergegeven.
3. Het apparaat werkt, tot de vooringestelde tijd tot het
uitschakelen is verstreken of tot het handmatig wordt
uitgeschakeld.
ð De timer is ingesteld op het gewenste aantal uren.
ð Het apparaat wordt na de vooringestelde tijd uitgeschakeld.
luchtontvochtiger TTK 54 E / TTK 66 E
NL