Bedieningshandleiding
Bandscheefloopschakelaar, positieschakelaar
3.3 Montage-instructie bedieningselementen
Bedieningselement in de gewenste positie (instelbaar in stappen van
10°) op de getande as van de basisschakelaar aanbrengen en via de
meegeleverde zeskantschroef bevestigen. Aandraaimoment: 1 Nm.
De maximale deflectie van de hefboom bedraagt 80°.
4. Elektrische aansluiting
4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze
toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel
uitgevoerd worden.
Schroefaansluiting schakelelementen:
0,5 ... 1,5 mm
2
5-6 mm
Voor de kabelinvoer moeten geschikte kabelwartels met
geschikte beschermingsgraad gebruikt worden. Om het toestel
te beschermen tegen condenswater dat veroorzaakt wordt door
grote temperatuurverschillen, raden wij het gebruik van een
drukcompensatie-element aan. De niet-gebruikte opening moet met de
afsluitschroef met gepaste beschermingsgraad afgesloten worden.
Plaats na de bekabeling het deksel van de behuizing en schroef de
schroeven gelijkmatig vast (aandraaimoment 3 Nm).
De serie beschikt over een gesloten schakelelementafdekking
(zie Afbeelding 2) van de schakelas, de nokken en de
schakelcontacten. Na voltooiing van de bekabeling is het
absoluut noodzakelijk om het deksel van het schakelelement
te gebruiken. Deze dient naast de constructieve
kabelgeleiding ook als bescherming tegen stof en vuil.
4
Centrale aansluitklemlijst
0,5 ... 2,5 mm²
8-9 mm
-22: Variant voor het aansluiten
op een centrale
aansluitklemmenstrook
Afbeelding 1
B: Schakelelementafdekkingen
Om beschadiging van de kabel door mechanische invloeden
te vermijden, is het aanleggen van een kabelreserve in
de vrije ruimte onder de schakelelementafdekking niet
toegelaten.
Bij levering zijn bij de varianten met 2 maakcontacten en 2
verbreekcontacten (Z22, T22) zowel de beide verbreekcontacten
als de beide maakcontacten aan een kant van de centrale
aansluitklemmenstrook geplaatst. De andere kant van de
klemmenstrook dient voor de aansluiting bij de gebruiker.
Het aansluitschema bevindt zich bij alle varianten met centrale
aansluitklem in het deksel van de schakelaar. Naast de geplaatste
schakelcontacten staan klemmen ("signal return") voor de terugkeer
van de signaalleidingen bij serieschakeling ter beschikking.
signal
signal
NC
NC
NC
return
return
S1 in
S1 out
S2 in
11
12
11
12
21
S1
22
Afbeelding 3
Varianten met 3 maakcontacten en 3 verbreekcontacten beschikken
niet over een centrale aansluitklemmenstrook. De aansluiting gebeurt
direct aan de schakelelementen S1, S2 en S3. Bij de bekabeling
moeten de individuele aders gebundeld worden (kabelbinders worden
meegeleverd)
NL
-33: Variant voor het aansluiten
op de schakelelementen
S3
Afbeelding 2
NC
NO
NO
NO
NO
S2 out
S1 in
S1 out
S2 in
S2 out
21
22
33
34
43
44
21
22
33
34
43
44
21
13
13
S2
S1
S2
22
14
14
BS655
BS656
S2
S1
B
L1
In/out
X1.1
X1.2
X2.1
33
(43)
S1
(S2)
34
(44)
X2.2
X3.1
P1
X3.2
X4.1
X4.2
N
In/out