Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningshandleiding
Veiligheidsmodule
Tweekanalige aansturing van veiligheidsgerichte elektronische
(microprocessorgebaseerde) beschermvoorzieningen met
p-schakelende halfgeleideruitgangen, bijv. AOPD's,
volgens EN IEC 61496 (Afb. 14)
• Deze besturing herkent kabelbreuken en aardlekken in de
besturingscircuits.
• Dwarssluitingen tussen de bewakingscircuits worden gewoonlijk door
de beschermvoorzieningen herkend. De veiligheidsmodule beschikt
bijgevolg niet over een dwarssluitherkenning.
• Cat. 3 – PL e volgens DIN EN ISO 13849-1 mogelijk
• Als dwarssluitingen in de besturingscircuits door de
beschermvoorziening gedetecteerd worden:
– categorie 4 – PL e volgens DIN EN ISO 13849-1 mogelijk
Tweekanalige aansturing van veiligheidsmagneetschakelaars
volgens EN 60947-5-3 (Afb. 15)
• Deze besturing herkent kabelbreuken en aardlekken in de
besturingscircuits.
• Dwarssluitingen tussen de besturingscircuits worden niet herkend.
• Cat. 3 – PL e volgens DIN EN ISO 13849-1 mogelijk
Tweekanalige aansturing van veiligheidsmagneetschakelaars
volgens EN 60947-5-3 (Afb. 16)
• Deze besturing herkent kabelbreuken en aardlekken in de
besturingscircuits.
• Dwarssluitingen tussen de besturingscircuits worden herkend.
• Cat. 3 – PL e volgens DIN EN ISO 13849-1 mogelijk
+24V
+24V
S21
S11
S12
S32
S22
S12
Afb. 14
Afb. 15
Het aansluiten van veiligheidsmagneetschakelaars aan de
veiligheidsmodule SRB 304ST is uitsluitend toegelaten als
de vereisten van de norm EN 60947-5-3 vervuld zijn.
De volgende technische gegevens moeten minstens vervuld
worden:
– Schakelvermogen: min. 240 mW
– Schakelspanning: min. 24 VDC
– Schakelstroom: min. 10 m A
De volgende veiligheidssensoren voldoen bijvoorbeeld aan
de vereisten:
– BNS 33-02z-2187, BNS 33-02zG-2187
– BNS 260-02z, BNS 260-02zG
– BNS 260-02-01z, BNS 260-02-01zG
Als sensoren met LED in het besturingscircuit
(veiligheidscircuit) aangesloten worden, moet de volgende
nominale bedrijfsspanning verplicht aangehouden worden:
–24VDCmeteenmax.tolerantievan–5%/+20%
–24VACmeteenmax.tolerantievan–5%/+10%
Vooral bij serieschakelingen van sensoren met een
spanningsval in het besturingscircuit kunnen er problemen
met de beschikbaarheid optreden.
8.4 Actuatorconfiguratie
6
S31
S21
S11
S21
S31
S32
S22
S12
S22
S32
Afb. 16
Eenkanalige aansturing met terugkoppeling (Afb. 17)
• Geschikt voor contactversterking of contactvermenigvuldiging
via externe relais met gedwongen uitgevoerde contacten.
•
= terugkoppeling: als de terugkoppeling niet nodig is,
S
moet hier een overbrugging gemaakt worden.
Tweekanalige aansturing met terugkoppeling (Afb. 18)
• Geschikt voor contactversterking of contactvermenigvuldiging
via externe relais met gedwongen uitgevoerde contacten.
•
= terugkoppeling: als de terugkoppeling niet nodig is,
S
moet hier een overbrugging gemaakt worden.
L1
K
S
A
X1
X2 13
14
K
A
N
Afb. 17
Diversitaire aansturing met terugkoppeling (Afb. 19
• Geschikt voor contactversterking of contactvermenigvuldiging
via externe relais met gedwongen uitgevoerde contacten.
•
= terugkoppeling: als de terugkoppeling niet nodig is, moet hier
S
een overbrugging gemaakt worden. Als de controller vrijgave met een
eigen terugkoppeling uitgerust moet worden, moet deze volgens het
schakelvoorbeeld "Tweekanalige besturing met terugkoppeling"
(zie daar) geïmplementeerd worden.
L1
K
S
A
X1
X2
13
23
14
24
a)
N
Afb. 19 a) Controllervrijgave
NL
SRB 304ST
L1
K
B
S
K
A
X1
X2 13
14
K
K
A
B
N
Afb. 18
K
A
Advertenties
Inhoudsopgave
