Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Diagnosesignaal Periferiefout; Uitlezen Van De Parameterpoort; Gebruik En Onderhoud; Functietest - schmersal MZM 100 AS Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding
Elektromagnetische veiligheidsvergrendeling

6.5 Diagnosesignaal periferiefout

Alle waarschuwingen of foutmeldingen van de MZM 100 AS worden
ook als "periferiefout" aan het besturingssysteem overgedragen via de
AS-i master. Het signaal "periferiefout" is een collectieve foutmelding
van waarschuwingen of foutmeldingen. De periferiefout (FID-ingang
van de AS-i chip) wordt tegelijk met de parameterpoort P3 aangestuurd.
Een "periferiefout" wordt aan de AS-i component weergegeven door het
afwisselend rood/groen knipperen van de AS-i duo LED.

6.6 Uitlezen van de parameterpoort

De parameterpoort P0 tot P3 van een veiligheidsvergrendeling
kan via de commando-interface van de AS-i master (zie
componentbeschrijving) met behulp van de afroep "parameter
schrijven" (met hexadecimaalwaarde F) uitgelezen worden. Deze
diagnose-informatie van de parameters of het antwoord op een
"parameter schrijven" commando kan door de gebruiker uitsluitend voor
diagnosedoeleinden of voor het besturingsprogramma gebruikt worden.
Tabel 3: Diagnose-informatie (P0...P3)
Parameter-
Toestand = 1
bit
0
Bediensleutel aanwezig,
vergrendeling kan nu
vergrendeld worden
1
Vergrendeling
vergrendeld
2
Hulpspanning
voorhanden
3
Waarschuwing of
fout gedetecteerd
6
Toestand = 0
Bediensleutel niet
aanwezig
Vergrendeling niet
vergrendeld
Geen hulpspanning
aanwezig
Geen fout
gedetecteerd
NL

7. Gebruik en onderhoud

7.1 Functietest

De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Controle van de max. zijwaartse afwijking van bediensleutel en
veiligheidsschakelcomponent
2. Controle van de max. hoekafwijking (zie hoofdstuk Montage)
3. Eventuele schade aan de behuizing van de schakelaar
4. Verwijdering van stof en vuil

7.2 Onderhoud

Wij raden een regelmatig onderhoud aan, inclusief de volgende
stappen:
• Bevestiging van het veiligheidsschakelapparaat en de bediensleutel
controleren
• Controle van de max. zijdelingse afwijking van bediensleutel en
veiligheidsschakelcomponent
• Controle van de max. hoekafwijking (zie hoofdstuk Montage)
• Eventuele beschadiging van de behuizing van de schakelaar
• Verwijdering van stof en vuil
Tijdens alle bedrijfsmatige levensfasen van de
veiligheidsschakelcomponent moeten constructief
en organisatorisch geschikte maatregelen voor de
manipulatiebeveiliging of tegen het manipuleren van de
veiligheidsvoorziening, bijvoorbeeld door het gebruik van
een vervangende bediensleutel, getroffen worden.
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.

8. Demontage en afvalverwijdering

8.1 Demontage

De veiligheidsschakelaar mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.

8.2 Afvalverwijdering

De veiligheidscomponent moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
MZM 100 AS

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave