Basisfuncties
Alarmstand
U kunt het apparaat overschakelen naar de stand voor noodgevallen om het batterijverbruik te
beperken. Bepaalde apps en functies worden beperkt. In de alarmstand kunt u een alarmoproep
uitvoeren, uw huidige locatiegegevens verzenden naar anderen, een alarm laten afgaan en meer.
Alarmstand inschakelen
Als u de alarmstand wilt inschakelen, houdt u de aan/uit-toets ingedrukt en tikt u op Alarmstand.
De resterende gebruiksduur geeft aan wanneer de batterij leeg is. De gebruiksduur kan
verschillen afhankelijk van uw apparaatinstellingen en de gebruiksomstandigheden.
Alarmstand uitschakelen
Tik op → Alarmstand uitschakelen om de alarmstand uit te schakelen. U kunt ook de aan/uit-toets
ingedrukt houden en op Alarmstand tikken.
Eerste instelling
Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt of na het herstellen van de fabrieksinstellingen,
volgt u de instructies op het scherm om uw apparaat in te stellen.
De procedures van de eerste instelling kunnen verschillen, afhankelijk van de software van
het apparaat en uw regio.
1
Schakel het apparaat in.
23