Inhoudsopgave
Advertenties
Afstandsbediening
Alle instellingen van het apparaat kunnen via de meegeleverde
afstandsbediening worden uitgevoerd.
24
10
12
15
Nr.
Aanduiding
12
Toets °F/°C
13
Toets Mode
15
Toets Waarde verhogen Gewenste ruimtetemperatuur
16
Toets Waarde verlagen
17
Toets Timer
10
Toets Aan/uit
14
Toets Ventilatie
24
Infraroodzender
afstandsbediening
Info
De indicatie heeft een achtergrondverlichting. De
achtergrondverlichting wordt ingeschakeld, zodra op
een van de toetsen op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening wordt gedrukt. Na ca. 1 min zonder
druk op een toets, schakelt de achtergrondverlichting
weer uit.
NL
13
14
16
17
Betekenis
Omschakelen tussen
°F/Fahrenheit en °C/Celsius
Bedrijfsmodus kiezen:
Verwarmingsmodus
Vorstbeschermingsmodus
(5 °C tot 37 °C) instellen
Timer in- en uitschakelen en
aantal uren voor de timer
instellen (1 tot 24 uur)
Apparaat inschakelen of
omschakelen naar de standby-
modus
Ventilator in of uitschakelen
Stuurt signalen naar het
apparaat
convector TCH 2310 E / 2311 E
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat, zoals in het hoofdstuk montage en in
gebruik nemen is beschreven, klaar voor gebruik is opgesteld
kan het worden ingeschakeld.
1. De aan-/uit-schakelaar (1) naar de positie I schakelen.
ð Het apparaat is nu in de standby-modus.
2. Druk op de toets Aan/uit (10).
ð Het apparaat is ingeschakeld.
Bedrijfsmodi instellen
Het apparaat heeft de volgende bedrijfsmodi:
• Verwarmingsmodus
• Vorstbeschermingsmodus
Verwarmingsmodus instellen
1. Druk op de toets Mode (13), tot het gewenste
verwarmingsniveau is geselecteerd. U kunt kiezen uit drie
niveaus.
ð Het geselecteerde capaciteitsniveau (20) wordt op de
segmentweergave weergegeven.
Vorstbeschermingsmodus
In de Vorstbeschermingsmodus verwarmt het apparaat
automatisch. Deze temperatuur kan niet worden gewijzigd.
1. Druk op de toets Mode (13), tot de indicatie
Vorstbescherming (21) wordt weergegeven.
ð Het apparaat wordt automatisch ingeschakeld, als de
temperatuur onder 5 °C ligt.
Gewenste ruimtetemperatuur instellen
De door de temperatuursensor gemeten ruimtetemperatuur,
wordt in de weergave Gewenste temperatuur (19) weergegeven.
U kunt op ieder moment de gewenste ruimtetemperatuur
instellen.
Het instellen is alleen in de verwarmingsmodus mogelijk.
De ruimtetemperatuur is vooringesteld op 25 °C.
1. Druk op de pijltoetsen Waarde verhogen (15) of Waarde
verlagen (16), voor het instellen van de gewenste
ruimtetemperatuur. Het instelbereik ligt tussen 5 °C en
37 °C in stappen van 1°.
ð De ingesteld ruimtetemperatuur wordt in de weergave
Gewenste temperatuur (23) weergegeven.
Info
De gewenste ruimtetemperatuur moet hoger zijn dan
de actuele ruimtetemperatuur.
Ventilatie
1. Druk op de toets Ventilatie (14), voor het inschakelen van
de ventilator.
ð De indicatie Ventilatie (22) verschijnt.
2. Druk op de toets Ventilatie (14), voor het uitschakelen van
de ventilator.
ð De indicatie Ventilatie (22) gaat uit.
9
Advertenties
Inhoudsopgave
