05 Installatie
5 Installatie
5.1 Installatievereisten
Vereisten installatieomgeving
1. Installeer de apparatuur niet in de buurt van brandbare, explosieve of corrosieve materialen.
2. Installeer de apparatuur op een oppervlak dat sterk genoeg is om het gewicht van de
omvormer te dragen.
3. Installeer de apparatuur op een goed geventileerde plaats, om een goede afvoer te
verzekeren. De installatieruimte moet ook groot genoeg zijn om handelingen uit te voeren.
4. De apparatuur heeft een hoog beschermingsniveau tegen insijpelen en kan binnen of buiten
geïnstalleerd worden. De temperatuur en vochtigheid op de plaats van installatie moeten
zich binnen het gepaste bereik bevinden.
5. Installeer de apparatuur op een beschermde plaats, om blootstelling aan direct zonlicht,
regen en sneeuw te vermijden. Bouw een zonnewering indien nodig.
6. Installeer de apparatuur op een goed geventileerde plaats, om een goede afvoer te
verzekeren. De installatieruimte moet ook groot genoeg zijn om handelingen uit te voeren.
7. Installeer de apparatuur niet op een plaats waar deze gemakkelijk aan te raken is, in het
bijzonder binnen bereik van kinderen. Sommige delen kunnen zeer warm zijn wanneer de
apparatuur in werking is. Raak het oppervlak niet aan, om brandwonden te vermijden.
8. Installeer de apparatuur op een hoogte die handig is voor het bedienen en uitvoeren van
onderhoud, het maken van elektrische aansluitingen en het controleren van indicatoren en
labels.
9. De hoogte waarop de omvormer moet worden geïnstalleerd moet lager zijn dan de
maximale hoogte voor gebruik: 4000m.
10. De omvormer is gevoelig voor corrosie in gebieden waar zout aanwezig is. Raadpleeg de
fabrikant van de omvormer voordat u de omvormer in een ruimte waar zout aanwezig is
gaat installeren. Onder gebieden met aanwezigheid van zout wordt verstaan omgevingen
op minder dan 1000 m van de kust waar een zeebries heerst. De invloed van de zeebries is
mede afhankelijk van de weersomstandigheden (bijv.stormen, moesson) of terrein (zoals
dammen en heuvels).
11. Installeer de omvormer uit de buurt van sterke magnetische velden om elektromagnetische
storing te vermijden. Als er zich radio- of draadloze communicatieapparatuur die werkt op
een frequentie lager dan 30 MHz in de buurt van de omvormer bevindt, moet u:
• Installeer de omvormer op een afstand van minstens 30 m van de draadloze apparatuur..
• Een laagdoorlaat EMI-filter of een ferrietkern met meerdere wikkelingen toevoegen aan
de DC-ingangskabel of AC-uitgangskabel van de omvormer.
Gebruikershandleiding V1.0-2022-11-15
Kinderen mogen
de apparatuur niet
aanraken
12