INSTALLATIE EN GEBRUIK VAN DE
LUCHTONTVOCHTIGER
Plaats de luchtontvochtiger rechtop op een plat, stabiel oppervlak.
Behoud een veilige afstand tussen het apparaat en de muur of meubilair.
Zorg dat kleding 50cm van de lucht inlaat vandaan is zodat er geen water op de luchtontvochtiger kan druppelen.
Plaasts het reservoir correct in de luchtontvochtiger. Als het reservoir niet goed in het apparaat zit gaat het 'watertank vol'
lichtje aan en de luchtontvochtiger gaat uit.
Druk op de Aan/Uit knop.
Kies de relative luchtvochtigheid instelling die u wilt gebruiken, voor de meeste toepassingen is dit 55%. Ga naar pagina 6
voor meer informatie.
Om het apparaat uit te schakelen druk weer op de Aan/Uit knop.
Hoeveelheid opgevangen water
De luchtontvochtiger zal in het begin langere tijd aanblijven om de luchtvochtigheid te verlagen naar de ingestelde relatieve
luchtvochtigheid (55%). Dit is wanneer het apparaat het meeste water zal produceren en het vaakst geleegd zal moeten
worden. Naar mate de kamer droger wordt zal de luchtontvochtiger minder snel het reservoir met water vullen, dit is normaal.
Wanneer de gewenste relatieve luchtvochtigheid bereikt is zal de luchtontvochtiger stoppen en dit is ook gewoon.
Stel de luchtontvochtiger in op 40% of 45% relative luchtvochtigheid wanneer er nog steeds condensering op de ramen
plaatsvindt. Dit kan nodig zijn wanneer uw huis enkel glas heeft of wanneer de buitentemperatuur rond het vriespunt daalt.
ATTENTIE !
Gebruik de luchtontvochtiger nooit wanneer het netsnoer, de stekker, het bedieningspaneel of het apparaat
zelf beschadigd zijn. Zorg dat het snoer nooit verstrikt geraakt of in aanraking komt met scherpe randen.
Bij onjuist gebruik en het negeren van de handleiding kan de garantie komen te vervallen.
10