Na opladen licht het indicator groen op. Haal de accu of de
zendontvanger uit de acculader.
4
Het opladen van de accu duurt ongeveer 3 uur.
Als de acculader gedurende een lange tijd niet gebruikt gaat worden,
trekt u de netspanningsadapter uit het stopcontact.
Opmerkingen:
◆
Als het controlelampje rood knippert, is de accu of defect of steken de
accucontactpunten niet juist in de polen van de oplader.
◆
Tijdens het opladen moet de omgevingstemperatuur tussen 5°C en 40°C
liggen. Als u de accu buiten dit temperatuurbereik oplaadt, is het mogelijk
dat de accu niet volledig wordt opgeladen.
◆
De levensduur van de accu is ten einde als de gebruikstijd afneemt
ondanks dat de accu volledig en correct is geladen. Vervang de accu.
N-9