Aansluittypen
Apparaten van de typen CB 14 en CB 24S kunnen
tussen flenzen conform de volgende normen
worden gemonteerd:
EN 1092 PN 6/10/16
ASME B 16.1 Class 125 FF en ASME B 16.5
Class 150 RF
Apparaten van de typen CB 26 en CB 26A kunnen
tussen flenzen conform de volgende normen
worden gemonteerd:
EN 1092 PN 6/10/16/25/40
ASME B 16.1 Class 125 FF en ASME B 16.5
Class 150/300 RF
Apparaat opslaan en
transporteren
Opgelet!
Beschadiging van het apparaat bij
verkeerde opslag of onjuist transport.
Zorg er voor dat het apparaat droog
blijft en tegen corrosieve atmosferen
wordt beschermd.
Neem contact op met de fabrikant,
wanneer u het apparaat onder andere
omstandigheden wilt opslaan.
Apparaat opslaan
Sla het apparaat uitsluitend op onder de
volgende omstandigheden:
Sla het apparaat maximaal 12 maanden lang
op.
De aansluitvlakken en de
afdichtingsoppervlakken moeten zijn beschermd
tegen mechanische beschadiging.
Het apparaat en alle onderdelen moet zijn
beschermd tegen stoten en slagen.
8
Het apparaat mag alleen in afgesloten ruimten
onder de volgende omgevingscondities worden
opgeslagen:
Luchtvochtigheid minder dan 50%, niet
condenserend.
Ruimtelucht schoon en niet zout of op andere
wijze corrosief
Temperatuur 5–40 °C.
Zorg er bij het opslaan voor dat deze condities
continu worden aangehouden.
Neem contact op met de fabrikant, wanneer u
het apparaat onder andere condities wilt
opslaan.
Apparaat transporteren
Houd bij het transport dezelfde condities aan als
bij de opslag.
U kunt het apparaat over een afstand van enkele
meters onverpakt transporteren.
Transporteer het apparaat over langere
afstanden in de oorspronkelijke verpakking.
Wanneer de originele verpakking niet
beschikbaar is, verpak dan het apparaat zo, dat
het is beschermd tegen corrosie of
mechanische beschadigingen.
Kortstondig transport is ook bij
temperaturen onder 0 °C mogelijk,
wanneer het apparaat volledig leeg en
droog is.