Download Print deze pagina

BEA VIO-M1 Gebruiksaanwijzing pagina 3

Openingssensor met éénrichtingsdetectie voor automatische schuifdeuren

Advertenties

STORINGEN
De deur blijft
gesloten.
De LED is uit.
De deur reageert
niet zoals verwacht.
De deur gaat
onophoudelijk
dicht en weer open.
De deur gaat open
zonder aanwijsbare
reden.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
- Controleer altijd de goede werking van de installatie alvorens het terrein te verlaten.
- De sensor mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan waarvoor hij is bestemd.
- De fabrikant van het deursysteem waarin de sensor is ingebouwd, is verantwoordelijk voor de conformiteit van het systeem met de geldende
nationale en internationale voorschriften en veiligheidsnormen.
- De installateur moet de instructies in deze handleiding lezen, begrijpen en opvolgen. Onjuiste installatie kan leiden tot onjuiste werking van
de sensor.
- De fabrikant van de sensor kan niet aansprakelijk worden gesteld voor letsel of schade als gevolg van onjuist gebruik, onjuiste installatie of
onjuiste afstelling van de sensor.
- De installatie en de inbedrijfstelling van de sensor mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
- De garantie is nietig in het geval van reparaties door ongeautoriseerde personen.
- Vermeid direct contact met de elektronische en optische onderdelen, vermijd trillingen, bedek de sensor niet en vermijd installatie in de buurt
van neonlampen en bewegende objecten.
- Het wordt aanbevolen de optische onderdelen mindstens 1 maal per jaar te reinigen.
De sensor krijgt geen
voeding.
De uitgangsconfiguratie is
niet juist.
De sensor wordt gestoord
door het sluiten van de
deur of door trillingen
veroorzaakt door de
deurbeweging.
Het regent en de sensor
detecteert de beweging van
de regendruppels.
In een omgeving met
veel metaal detecteert de
sensor objecten buiten zijn
detectieveld.
In tochtsluizen detecteert
de sensor de beweging
van de tegenoverliggende
deur.
1
Controleer de bedrading en de voedingsspanning.
1
Controleer en verander zo nodig de
uitgangsconfiguratie van elke sensor die
verbonden is met de bedieningseenheid.
1
Controleer of de sensor correct is bevestigd.
2
Controleer of de éénrichtingsdetectie actief is.
3
Vergroot de hellingshoek.
4
Verhoog de immuniteitsfilter.
5
Verminder de veldgrootte.
1
Controleer of de éénrichtingsdetectie actief is.
2
Verhoog de immuniteitsfilter.
3
Installeer een regenkap.
1
Verander de hellingshoek.
2
Verminder de veldgrootte.
3
Verhoog de immuniteitsfilter.
1
Verander de hellingshoek.
2
Verhoog de immuniteitsfilter.
VIO-M1

Advertenties

loading