2.3
Storingssignaleringen
2.3.1 Voor het publiek
LED STORING aan of
knippert
2.3.2 Voor bevoegd personeel
Bij deze signaleringen moet u altijd de oorzaken gaan onderzoeken en eventueel de zone of de uitgang
uitsluiten waar de storing zich voordoet.
LED STORING aan
LED IN BEDRIJF uit
LED CPU STORING
aan
LED UIT/FOUT
KIEZER aan
LED UIT/FOUT
SIRENE aan
2.4
Informatieve signaleringen
Signaleringen waarbij geen specifieke interventie is vereist.
LED NACHT STAND
aan
LED STORING
knippert
LED UIT/FOUT
SIRENE knippert
LED UIT/FOUT KIEZER
knippert
LED CPU FOUT
knippert
LED OVERBRUGD aan
LED TEST aan
LED KIEZER AAN aan
LED IN BEDRIJF aan
2.5
Het geheugen raadplegen
De gebeurtenissen stellen verschillende condities van de ernst voor, in volgorde zijn dit alarmen,
vooralarmen, storingen, overbrugingen en testmeldingen. Op het display verschijnen de gebeurtenissen
die op dat ogenblik het meest ernstig zijn, met overbrugging van de minder ernstige (vb.: wanneer er drie
storingen zijn en er komt een vooralarm bij, verdwijnen de drie storingen en blijft enkel het vooralarm
zichtbaar). Alle gebeurtenissen blijven in het geheugen, waar u ze kunt raadplegen.
8
Onmiddellijk de verantwoordelijke van de installatie op de hoogte brengen.
Geeft aan dat er zich minstens één storingsconditie op de installatie voordoet.
Controleer de oorzaak van deze storing op het display en reset.
Er is geen voeding, dit betekent geen netvoeding en ook niet via de batterijen. De
installatie wordt niet gecontroleerd, neem de storing weg.
Centrale defect, stuur de centrale op ter reparatie.
De uitgang van het kiezer is overbrugd of defect. Raadpleeg het display voor
details. Druk op RESET om de LED uit te zetten.
De uitgang Alarm NAC is overbrugd of defect. Raadpleeg het geheugen voor details.
Druk op RESET om de LED uit te zetten.
Centrale in nachtmodus.
Let op:
De centrale kan geprogrammeerd zijn om onmiddellijk in
alarm te gaan. In nacht mode zal een eventuele muting
slechts een vooraf ingestelde tijdsspanne duren.
Er heeft zich een storing op de installatie voorgedaan en die is gereset. Raadpleeg
het geheugen voor details. Druk op RESET om de LED uit te zetten.
De uitgang ALARM NAC was in storing en is nu gereset. Raadpleeg het geheugen
voor details. Druk op RESET om de LED uit te zetten
De uitgang communicatiesysteem was in storing en is nu gereset. Raadpleeg het
geheugen voor details. Druk op RESET om de LED uit te zetten
De CPU is gereset (uitschakeling centrale of elektromagnetisch probleem).
Controleer of het hele systeem efficiënt is. Druk op RESET om de LED uit te zetten.
Er werd een zone, een punt of een uitgang overbrugd. Raadpleeg het display voor
details.
Een zone of een punt is in test gesteld. Raadpleeg het display voor details.
De centrale is het telefooncommunicatiesysteem aan het activeren, daarbij doet
zich een alarmstatus voor.
Centrale is operationeel.
Conventionele branddetectiecentrale
Gebruik van de centrale