Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Milieuvriendelijk Stoken; Aansteken; Stookinstructie; Continu Branden - SCAN 62 Montage- En Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

18

Milieuvriendelijk stoken

Afgeraden wordt om de kachel zo laag te zetten dat er in de ont-
gassingperiode geen heldere vlammen voorkomen, wat resulteert
in een erg slechte verbranding. De vrijgegeven gassen van het
hout zullen niet verbranden vanwege de lage temperatuur in de
verbrandingskamer. Een deel van de gassen zal in de kachel en het
luchtsysteem als roet condenseren, wat later kan resulteren in een
schoorsteenbrand. De resterende rook, die uit de schoorsteen komt,
zal het omgevende milieu verontreinigen en een vervelende geur
hebben.

Aansteken

Wij raden het gebruik van aanmaakblokjes of iets dergelijks aan.
Deze kunt u kopen bij de Scan-dealer. Bij gebruik hiervan ontbrandt
het hout sneller en wordt een schonere verbranding verkregen.
Gebruik nooit aanmaakvloeistof!
„Top down" verbranding
2-3 houtblokken ca. 25 cm lang en ongeveer 0,5 - 0,8 kg per stk.
1 houtblok van ca. 20 cm en ongeveer 0,3 kg.
8 - 16 houtjes van ca. 20 cm en een gezamelijk gewicht van ca.
400 g.
3 aanmaakblokjes.
Leg de grote blokken op 1-2 cm van elkaar middenin de verbran-
dingskamer (zie afbeelding). Leg de helft van het aanmaakhout
kriskras tussen de blokken. Leg het kleinste blok op het aanmaak-
hout (zie afbeelding). Leg het resterende aanmaakhout voor het
blok. Leg de aanmaakblokjes tussen het aanmaakhout en steek
aan.
Zet de regeling voor primaire en secundaire lucht 20- 30 minuten
max. open. Wanneer de grote blokken goed vlam hebben gevat, kan
de primaire en secundaire lucht op het gewenste niveau worden
ingesteld.
Top-downverbranding is beter voor het milieu en zorgt ervoor dat
het glas zo schoon mogelijk blijft.
S T O O K I N S T R U C T I E

Continu branden

Het gaat erom om een zo hoog mogelijke temperatuur in de ver-
brandingskamer te krijgen. Daarmee worden de kachel en het
brandmateriaal zo goed mogelijk benut en wordt er een schone
verbranding verkregen. Op deze manier wordt roetaanslag op de
bekleding van de verbrandingskamer en op het glas voorkomen. Bij
het branden moet u de rook niet kunnen zien, maar alleen ontwaren
door een beweging van de lucht.
Wanneer het hout in de kachel na de aansteekfase goed gloeit, kan
het eigenlijke branden beginnen. Vul de kachel bij met 2-3 stukken
hout van ca. 0,5 - 0,8 kg en ca. 25 cm lengte.
LET OP! Het is belangrijk om het hout snel te doen ontbranden en
aanbevolen wordt daarom om de toevoer van primaire lucht te
verhogen. Het branden met een te lage temperatuur en te weinig
primaire lucht kan in het ergste geval het aanmaken van gassen
veroorzaken. Hierdoor kan de kachel beschadigd raken.
Bij het navullen met hout, moet de glazen deur voorzichtig worden
geopend, zodat ontsnapping van rook wordt voorkomen Vul nooit
bij met hout zo lang het vuur goed brandt.
Stoken in het voorjaar en najaar
In de overgangsperiode van het voorjaar/najaar waar men niet zo'n
grote behoefte aan warmte heeft, is het aanbevolen om een enkele
keer een „top down" verbranding uit te voeren.
De werking van de schoorsteen
De schoorsteen is de motor van de kachel en beslissend voor de wer-
king van de kachel. De trek van de schoorsteen geeft een onderdruk
in de kachel. Deze onderdruk verwijdert de rook uit de kachel en
zuigt lucht door de verbrandingsluchtklep naar de plaats waar het
verbrandingsproces plaatsvindt. De verbrandingslucht wordt ook
gebruikt als een „ruitspoeling" die de ruit vrij houdt van roet.
De schoorsteentrek wordt gevormd bij het temperatuurverschil in
de schoorsteen en buiten de schoorsteen. Hoe hoger het tempera-
tuurverschil, des te beter de trek. Het is daarom belangrijk dat de
schoorsteen een.werkingstemperatuur bereikt, voordat men de de
klepinstellingen afstelt om de verbranding in te kachel te beperken
(een gemetselde schoorsteen heeft meer tijd nodig om warm te
worden dan een stalen schoorsteen). Op dagen waarop vanwege het
weer en de wind een slechte trek in de schoorsteen is, is het extra
belangrijk om de werkingstemperatuur zo snel mogelijk te berei-
ken. Het gaat erom om zo snel mogelijk vlammen te krijgen. Hak het
hout extra fijn, gebruik een extra aanmaakblok, etc.
Na een langere stilstandperiode is het belangrijk om te controleren
of er blokkeringen in de schoorsteenbuis zijn.
Er is een mogelijkheid om meerdere aggregaten op dezelfde scho-
orsteen aan te sluiten. Er moet echter eerst worden gekeken wat
hiervoor de geldende regels zijn.
Zelfs een goede schoorsteen kan slecht fungeren wanneer hij verke-
erd gebruikt wordt. Daarentegen kan een slechte schoorsteen goed
fungeren wanneer hij goed gebruikt wordt.
Werking tijdens verschillende
weeromstandigheden
De invloed van de wind op de schoorsteen kan een grote invloed
hebben op hoe de kachel onder verschillende windinvloeden rea-
geert en het kan daarom noodzakelijk zijn om de luchttoevoer in te
stellen om een goede verbranding te krijgen. Het kan een goed idee
zijn om een klep in het rookkanaal te monteren om op die manier
de schoorsteentrek onder wisselende windinvloeden te kunnen
regelen.
Mist en nevel kunnen ook een grote invloed op de schoorsteentrek
hebben en het kan daarom noodzakelijk zijn andere instellingen
van de verbrandingslucht te gebruiken om een goede verbranding
te bereiken.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

63

Inhoudsopgave