6
BRANDVEILIG INSTALLEREN
Om een haard zo veilig mogelijk te installeren, moeten er bij de inbouw
van de haard vaak de nodige voorbereidingen worden getroffen.
Dit overzicht kan worden gebruikt om de regels aangaande de
brandveiligheid van de inbouw te realiseren.
6�1
BRANDVEILIGHEID VAN DE TOESTELOPSTELLING
Installeer het toestel zodanig dat er geen brandbare materialen rondom
het toestel of rookkanaal aanwezig zijn. Het toestel mag nooit tegen een
achterwand van brandbaar materiaal worden geplaatst.
Brandbare materialen zoals bijvoorbeeld hout kunnen namelijk vanaf
een temperatuur van 85 °C, in brand raken. Dit kan al binnen enkele
minuten (bij hoge temperaturen > 200 °C) tot binnen enkele weken
(bij lage temperaturen > 85 °C) Een sfeertoestel kan aan de buitenzijde
een temperatuur hebben die tot boven de 200 °C kan oplopen. Gebruik
rondom de haard en in de koof uitsluitend niet brandbare materialen.
Indien u in de constructie isolatie materiaal gebruikt, gebruik hiervoor
dan witte ongebonden isolatiewol, die hittebestendig is tot 1000 graden
C. Gebruik nooit glas- of steenwol. Deze kunnen namelijk bij hitte een
hinderlijke geur afgeven.
Het
is
belangrijk
om
installatievoorschriften te werken. Als de installatievoorschriften niet, of
onvoldoende, voorzien in de aspecten van de brandveiligheid, dan zijn
de instructies volgens NPR 3378-20:2010 bepalend.
6�1�1
BESCHERMING VAN WANDEN EN PLAFONDS
We onderscheiden twee soorten wanden en plafonds;
•
Wanden/plafonds van brandbare bouwmaterialen of die brandbare
bouwmaterialen bevatten en alle wanden waarbij op de van de
haard afgekeerde wand brandbare objecten zijn aangebracht (bijv.
inbouwmeubilair, houten panelen).
•
Wanden/plafonds van minerale bouwmaterialen, zoals gasbeton,
bakstenen, kalkzandsteen, etc. dikker dan 10 cm.
I N S T A L L A T I E H A N D L E I D I N G |
nauwgezet
volgens
onderstaande
Hoofdstuk 6
6�2
MONTAGE VOORSCHRIFTEN
6�2�1
MONTAGEVOORSCHRIFTEN MET BRANDBARE MATERIALEN
Afbeelding 6.2
Afbeelding 6.3
(
en
Dragende wanden en plafonds moeten worden afgedekt met een
beschermende brandwerende plaat.
Gebruik nooit brandbare materialen rond de haard. De minimale afstand
tussen het apparaat en niet-brandbare materialen moet 120 mm zijn om
een convectieluchtstroom te garanderen.
6�2�2
VLOERBESCHERMING
De temperatuur van de vloer onder het toestel moet lager zijn dan 85
° C en de vloer van de ombouw rond de haard moet van onbrandbaar
materiaal zijn gemaakt. Indien nodig moet de vloer worden afgedekt
met een isolatielaag om deze te beschermen tegen ongeautoriseerde
temperaturen.
6�2�3
STRALING
Als de haard aanstaat, ontsnapt warmtestraling aan alle kanten van het
apparaat en wordt de omgeving opgewarmd. Daarom is het belangrijk
dat een minimale afstand tussen het apparaat en brandbare materialen
wordt gehandhaafd. De afstand tussen
Aangezien dit een gesloten apparaat is en het apparaat op de juiste
manier staat en stevig op de vloer is bevestigd, is voor dit apparaat geen
haard nodig.
6�3
ELEKTRISCHE LEIDINGEN EN AANSLUITING
Om de gasaansluiting en elektrische bedrading af te dekken kan een
extra buis aan de achterkant van de haard worden gebruikt door het
afdekstuk te verwijderen dat toegang geeft tot de bedieningselementen
onder de verbrandingskamer (
9
)
Afbeelding 6.4
)