12. SLIJPEN VAN HET LEMMET
Na enkele uren continu gebruik van de snijeenheid, of
als het snijvermogen minder wordt, dient men het
lemmet te slijpen.
Om deze handeling uit te voeren, het lemmet
opstarten en gedurende 3-4 seconden op de slijper
"2" die zich op het lemmet zelf bevindt, te drukken
N L
(d.m.v. de slijperknop "1", zoals aangegeven in figuur
10
9). Deze handeling minstens 2-3 keer herhalen.
Als deze handeling niet effectief is, dient men de
slijpsteen "3" op slijtage te controleren (zie figuur 10).
Wanneer de slijpsteen "3" versleten of vuil is, dient
men deze te vervangen.
13. SMERING
Na iedere 3-4 gebruiksuren van de apparatuur dient
men de tandwielen te smeren. Om dit te kunnen
doen dient men het beschermdopje "A" dat zich op
de motorhouder van de snijmachine bevindt, eraf te
halen en vervolgens te vullen met het meegeleverde
vet. Draai voor enkele toeren het dopje "A" weer vast
en schroef bij om de 3-4 gebruiksdagen van de
snijeenheid (zie figuur 11).
OPGELET
Breng nooit olie of vet op het mes aan.
14. VERVANGING VAN DE MOTORBORSTELS
Als de motorborstels versleten zijn functioneert de snijeenheid niet goed (bijv. deze start
niet op of functioneert niet continu enz.). Men dient vervolgens de motorborstels regelmatig
op slijtage te controleren. De motorkap openen door de 4 schroeven aan de bovenkant van
de snijeenheid los te draaien (zie figuur 12). Met behulp van een schroevendraaier de metalen
contacten die de borstels afsluiten, verwijderen (zie figuur 13). De borstels er uit halen: als
het grafiet minder dan 15 mm dik is of als dit onregelmatigheden toont, dient men de
borstels te vervangen (zie figuur 14). De metalen contacten tegen het metalen deel van de
borstel terugmonteren en vervolgens de motorkap weer afsluiten.
4
12
3
13
2
1
9
10
A
11
14