5.4 Plaats de beker met melk onder de tuit A15. Dompel de tuit A15 een beetje in
de melk onder en stel de knop A12 op de stand Stoom. Uit de tuit A15 zal stoom
komen. Het is mogelijk dat er eerst een beetje heet water uit de tuit komt. Houd
de beker een beetje schuin zodat de tuit A15 zich constant in de melk bevindt.
De melk zal in de beker circuleren, opwarmen en in volume toenemen. Aan het
oppervlak van de melk zal melkschuim worden gevormd. Als de bodem van
de beker heet wordt, moet u het opkloppen stoppen door de knop A12 naar
de stand Stand-by te draaien. Als er geen stoom meer wordt geproduceerd,
verwijdert u de beker. Gebruik een wervelbeweging om het melkschuim in de
warme melk op te kloppen.
Opgelet:
Tijdens het gehele proces moet de tuit A15 ondergedompeld
blijven. Anders kan de warme melk uit de beker spetten.
5.5 Giet de opgeklopte melk in een vers gezette koffie en gebruik een lepel om het
melkschuim toe te voegen. De aanbevolen verhouding melk/koffie voor een
cappuccino is ⅓ espresso, ⅓ warme melk en ⅓ melkschuim. Voor een caffè latte,
gebruik ⅓ espresso, ⅔ warme melk en ongeveer 1 cm melkschuim.
5.6 Na het verwijderen van de huls A14 kan de tuit A15 worden gebruikt om heet
water voor thee, warme chocolademelk enz. te bereiden. Als u water opwarmt,
dompel de tuit A15 ten minste 5 cm in het water onder.
5.7 Na gebruik van de stoomfunctie moet u het resterende water uit de stoomketel
verwijderen A13; dit zal voorkomen dat de volgende koffie die u brouwt te heet
is. Druk op de knop A5 zodat deze op de stand om koffie te brouwen staat,
plaats een kopje onder de filterhouder A8 waarin het heet water zal lopen en
zet de knop A12 op de stand om koffie te brouwen. Wacht tot het lampje A6
dooft. Stel nadien de knop A12 terug in de standby-positie. De stoomketel A13
zal de nieuwe batch water opwarmen tot de ideale temperatuur voor koffie. Dit
wordt aangeduid door het lampje A6.
5.8 Als u klaar bent, maak de tuit A15 en de huls A14 schoon volgens de instructies
in het hoofdstuk Reiniging en onderhoud.
6. HET APPARAAT UITSCHAKELEN
6.1 Na gebruik van het apparaat kunt u het uitschakelen door de knop A3
3 seconden ingedrukt te houden.
Opmerking:
Het apparaat zal automatisch na 25 minuten inactiviteit worden
uitgeschakeld of na continu gebruik van de stoomtuit, of wanneer
de pomp ononderbroken gedurende 3 minuten in de stand voor
het brouwen van koffie was ingeschakeld.
BASISRICHTLIJNEN EN AANBEVELINGEN OM HOOGWAARDIGE
KOFFIE TE BROUWEN
■ Brouw altijd koffie met een nette espressomachine. Een vuil apparaat kan een
negatieve invloed hebben op de smaak van de koffie. Instructies voor het reinigen
en verwijderen van kalkaanslag kunt u vinden in het hoofdstuk Reiniging en
onderhoud.
■ Voor het brouwen van verse koffie hebt u vers, drinkbaar water nodig. Gebruik
geen warm, verwarmd, gedistilleerd, mineraal of bruisend water. Laat niet langer
dan een dag water in het waterreservoir A9.
■ Gebruik koffie die geschikt is voor espressomachines of het gebruik versgemalen
koffiebonen. Bij gebruik van gemalen koffiebonen is het belangrijk om de
maalgraad correct in te stellen. De koffiebonen moeten fijn, maar niet te fijn
worden gemalen. Als de gemalen koffie aanvoelt als fijn meel, dan zal de koffie te
lang brouwen en zal de koffie te donker en te bitter zijn, of kan het filter verstopt
raken. Als de koffiebonen te grof zijn gemalen, dan zal het brouwproces te snel
verlopen en zal de koffie waterig smaken en een flauw aroma hebben.
■ Kies voor koffiebonen waarvan de datum van roosteren op de verpakking wordt
aangeduid. We raden aan om vers gemalen koffiebonen binnen 3 weken na het
roosteren te consumeren. Om de opslagtijd te verkorten, koopt u beter kleine
verpakkingen. Bewaar de koffiebonen op een koele, donkere en droge locatie,
bij voorkeur in een luchtdichte container.
■ Als u gemalen koffie gebruikt, bewaar deze dan in een afgesloten container, in
koele en droge omstandigheden. Bewaar de gemalen koffie niet in een koelkast
of vriezer. Gebruik de gemalen koffie binnen een week na het openen van de
verpakking.
REINIGING EN ONDERHOUD
■ Voordat u het apparaat schoonmaakt, moet u de knop A3 3 seconden indrukken,
de stekker uit het stopcontact halen en het apparaat laten afkoelen.
■ Voor het reinigen, gebruik geen reinigingsmiddelen met een schurende werking,
oplosmiddelen, enz. die het apparaat kunnen beschadigen. Geen enkel onderdeel
van dit apparaat mag in een vaatwasmachine worden gewassen.
Copyright © 2020, Fast ČR, a.s.
DE FILTERS, FILTERHOUDER EN BROUWKOP SCHOONMAKEN
■ Maak de filterhouder los A8 door het handvat naar links te draaien. Verwijder de
filterhouder van de brouwkop A7 en maak het schoon boven een vuilbak. Draai de
filterhouder A8 zodat het filter met de gebruikte koffie naar beneden wijst. Gebruik
een theelepel om het koffiedik te verwijderen. Vermijd contact met het oppervlak
van het filter of de filterhouder A8 als ze nog warm zijn. Voordat u het filter van
de filterhouder A8 verwijdert, moet u het onder koud stromend water laten
afkoelen. Spoel het filter en de filterhouder A8 onder stromend water en droog ze.
■ Als u koffie hebt gebruikt, die te fijn werd gemalen, dan kunnen de gaten in het
filter verstopt geraken. U kunt ze schoonmaken met een dunne naald.
■ Verwijder restanten op de brouwkop A7 met een vochtige doek.
Opgelet:
De brouwkop A7 blijft heet na gebruik, als gevolg van
restwarmte. Laat de brouwkop afkoelen voordat u hem
schoonmaakt.
DE LEKBAK SCHOONMAKEN
■ De lekbak A11 moet na elk gebruik worden geleegd en gewassen.
■ Verwijder eerst het rooster A10 van de lekbak A11 en verwijder vervolgens het
water. Was de lekbak A11 en het rooster A10 in warm water met een neutraal
afwasmiddel. Spoel daarna beide onderdelen onder stromend water, droog ze
af en plaats ze terug.
SCHOONMAKEN VAN DE TUIT EN HET TOEBEHOREN OM MELKSCHUIM TE
MAKEN
■ Na elk gebruik moet de tuit A15 en de huls A14 worden schoongemaakt.
■ Verwijder de huls A14, spoel het onder heet water en wrijf het droog.
■ Maak de tuit A15 schoon met een vochtige doek. Als er melk op de tuit A15 is
aangekoekt, dompel deze dan onder in een beker met heet water en laat het
even weken. Als de aangekoekte melk de stoomtuit verstopt, dan moet u deze
met een naald schoonmaken. Maak de tuit A15 met een vochtige doek schoon,
wrijf deze droog en monteer de tuit op de huls A14.
DE OMKASTING SCHOONMAKEN
■ Veeg de buitenkant van het apparaat schoon met een vochtige doek en veeg
het daarna grondig droog.
KALKAANSLAG VERWIJDEREN
■ Het is nodig om regelmatig kalkaanslag te verwijderen. Kalkaanslag kan een
negatieve invloed hebben op de kwaliteit van de koffie en de levensduur van
het apparaat.
■ Als het apparaat dagelijks wordt gebruikt, bevelen we aan om als volgt de
kalkaanslag te verwijderen:
– eenmaal per maand voor gebieden met hard en zeer hard water;
– eenmaal elke 2 tot 3 maanden voor gebieden met zacht en middelhard
water;
■ Om kalkaanslag te verwijderen, gebruikt u een oplossing van 8% witte azijn en
water (aanbevolen verdunningsverhouding 1:2). In plaats van water en azijn kunt
u ook citroenzuur of ontkalker, bestemd voor espressomachines, gebruiken. De
aanbevolen dosering voor citroenzuur is 2 theelepels per 0,5 liter water. Volg de
instructies op de verpakking.
■ Vul het waterreservoir A9 met de oplossing, tot de lijn Max. Sluit het netsnoer
van het apparaat aan op een stopcontact. Bevestig de filterhouder A8 op de
brouwkop A7. Plaats een voldoende grote bak onder de brouwkop A7 en de
tuit A15. Laat het merendeel van de oplossing door de brouwkop A7 stromen
en de rest door de tuit A15.
■ Na gebruik van de oplossing, spoel het waterreservoir A9 met schoon water en
laat het schoon water 1× tot 2× door het apparaat stromen.
Opgelet:
Controleer regelmatig het waterpeil in het waterreservoir A9
en in de lekbak A11.
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Nominaal spanningsbereik ...........................................................................................220−240 V
Nominale frequentie .................................................................................................................. 50 Hz
Nominaal vermogen ..............................................................................................................1 050 W
Geluidsniveau ..........................................................................................................................75 dB(A)
Het aangegeven geluidsemissieniveau van het apparaat is 75 dB(A), dit
vertegenwoordigt een niveau A van akoestisch vermogen ten opzichte van een
referentie-akoestisch vermogen van 1 pW.
Wij behouden ons het recht voor om de tekst en technische specificaties te wijzigen.
- 6 -
06/2020