Bedieningshandleiding
Noodstop-trekkoordschakelaars
4.5 Montage van de DuplineSafe
Voor de elektrische installatie moet de DuplineSafe
volgens de specificaties van Dupline
worden (www.dupline.com). Daarvoor moet de multistekker van de
aansluitstrook worden losgemaakt en na het adresseren weer op de
aansluitstrook worden gestoken.
Afbeelding 4
Sluit de kabels van de DuplineSafe
op DUP+ / DUP- gemarkeerde klemmen (2) aan (aandraaimoment
0,6 Nm). De tegenoverliggende klemmen met opschrift DUP+ / DUP-
dienen voor de aansluiting op de volgende Dupline
Kabel Dupline
®
Stijve kabel: 0,2 ... 4 mm²
Flexibele kabel: 0,25 ... 2,5 mm²
8-9 mm
Het NG contact van het schakelelement is bij levering al op de Dupline
aansluitlijst gelegd.
Voor een correcte werking moeten de installatievoorschriften van de
DuplineSafe
®
ingangsmodule in acht genomen worden.
Voor de voeding van de DuplineSafe
kanaalgenerator en een DuplineSafe
4.6 Toebehoren DuplineSafe
®
Toebehoren DuplineSafe
®
DuplineSafe® Configuratie- en testeenheid GS73800080 103010115
Dupline
®
-masterkanaalgenerator SD2DUG24
DuplineSafe® veiligheidsrelais GS38300143 230
Kabelafsluiting DT01
®
ingangsmodule
®
ingangsmodule
®
geadresseerd en geparametreerd
®
installatiebus op de printplaat aan
®
busdeelnemer.
®
ingangsmodule is een
veiligheidsrelais vereist.
®
Bestel-
nummer
103033128
103010174
103010203
5. Gebruik en onderhoud
5.1 Functietest
De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Correcte bevestiging van de noodstop-trekkoordschakelaar
2. Juiste uitvoering van de wartelinvoer en de aansluitingen
3. Controle van de werking van de schakelaar door bediening van het
trekkoord
5.2 Onderhoud
Bij een zorgvuldige montage en mits inachtneming van de hiervoor
beschreven opmerkingen is slechts een miniem onderhoud vereist. In
zware bedrijfsomstandigheden raden wij een regelmatig onderhoud aan,
inclusief de volgende stappen:
1. Controle van de bewegingsvrijheid van de hendel
2. Controle of de noodstoptrekkoordschakelaar na bediening correct
vastklikt
3. Verwijdering van stof en vuil
4. Controle van de bevestiging en eventuele beschadiging van het
trekkoord (en eventuele katrollen)
5. Controle van de kabelinvoer en -aansluitingen
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.
6. Demontage en afvalverwijdering
6.1 Demontage
De veiligheidsschakelaar mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.
®
6.2 Afvalverwijdering
Het veiligheidscomponent moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
NL
RS655
RS656
5