Gebruikershandleiding
2. Plaats een geheugenkaart in de geheugenkaartsleuf van de printer.
3. Wanneer een bericht wordt weergegeven waarin wordt aangegeven dat het laden van de foto's is voltooid,
drukt u op de knop OK.
4. Selecteer Foto's afdrukken op het bedieningspaneel.
Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen
knop OK.
5. Selecteer Lay-out afdruk.
6. Selecteer de lay-out.
7. Configureer papier- en afdrukinstellingen.
r
8. Druk op de knop
.
9. Selecteer in het fotoselectiescherm de foto die u wilt afdrukken.
10. Selecteer Voorbeeld en Afdrukken.
11. Druk op de knop
12. Voer het aantal exemplaren in en druk vervolgens op de knop
Gerelateerde informatie
"Papier in de Papiercassette laden" op pagina 46
&
"Lijst met papiertypen" op pagina 50
&
"Een geheugenkaart plaatsen" op pagina 52
&
"Menuopties voor papier- en afdrukinstellingen" op pagina 96
&
"Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Tegelweerg.)" op pagina 90
&
"Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren) (Enkele weerg.)" op pagina 90
&
"Menuopties voor het selecteren van foto's" op pagina 96
&
"Uitleg bij het voorbeeldscherm" op pagina 91
&
"Handleiding bij het scherm Select Photo (Foto selecteren)" op pagina 91
&
"Menuopties voor het bewerken van foto's" op pagina 97
&
Id-foto's afdrukken
U kunt foto's afdrukken voor een id-kaart met gegevens van een geheugenapparaat. Er worden twee exemplaren
van een foto afgedrukt met verschillend formaat, 50,8×50,8 mm en 45,0×35,0 mm, op fotopapier van 10×15 cm
(4×6 inch).
1. Laad papier in de printer.
2. Plaats een geheugenkaart in de geheugenkaartsleuf van de printer.
Afdrukken
om de foto's te bewerken, indien gewenst.
x
.
93
u d l r
en drukt u op de