Bedieningshandleiding
Voetschakelaar
2 pedalen
L
21
22
13
14
T2F 232-11/11; T2FH 232-11/11;
Z2F 232-11/11; Z2FH 232-11/11
L
21
22
11
12
T2F 232-02/02; T2FH 232-02/02;
Z2F 232-02/02; Z2FH 232-02/02
L
23
24
13
14
T2F 232-20/20;
T2FH 232-20/20
L
21
22
21
22
13
14
13 14
S1
S2
T2F 232-22/22; T2FH 232-22/22;
Z2F 232-22/22; Z2FH 232-22/22
L
21
22
21
22
11
12
11 12
S1
S2
T2F 232-04/04; T2FH 232-04/04;
Z2F 232-04/04; Z2FH 232-04/04
L
23
24
23
24
13
14
13 14
S1
S2
T2F 232-40/40; T2FH 232-40/40
Legende
gedwongen verbrekend contact
B
L
linkerpedaal
R
rechterpedaal
4
R
21
22
13
14
R
21
22
11
12
R
23
24
13
14
R
21
22
21
22
13
14
13 14
S1
S2
R
21
22
21
22
11
11 12
12
S1
S2
R
23
24
23
24
13
14
13 14
S1
S2
5. Gebruik en onderhoud
5.1 Functietest
De veiligheidsfunctie van het toestel moet getest worden. Hierbij moet
vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Juiste uitvoering van de wartelinvoer en de aansluitingen
2. Eventuele schade aan de behuizing van de schakelaar
3. Controle van de werking van de schakelaar door bediening van de
voetschakelaar
5.2 Onderhoud
De werking (schakelcyclus) van de voetschakelaar moet op regelmatige
basis gecontroleerd worden. Eventuele vuilresten die zich onder het
voetpedaal opgehoopt hebben, moeten verwijderd worden.
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan, inclusief
de volgende stappen:
• Eventuele beschadiging van de behuizing van de schakelaar
• Controle van de kabelinvoer en de kabelaansluiting
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.
6. Demontage en afvalverwijdering
6.1 Demontage
De component mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.
6.2 Afvalverwijdering
De component moet op een correcte manier volgens de geldende
nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
NL
F. 232