6. AAN- EN AFKOPPELEN VAN DE MACHINE
Voor het aan- en afkoppelen van de machine dient u zorgvuldig te werk te gaan. Volg de instructies
hieronder:
6.1. Aankoppelen van de machine
Controleer de machine vóór het aankoppelen op de volgende punten:
-
Controleer of de machine niet beschadigd is en of het veilig is om de machine aan te koppelen
en te gebruiken.
-
Controleer of bouten en moeren met het goede moment zijn aangehaald.
-
Controleer of alle veiligheidsstickers aanwezig zijn op de machine en deze onbeschadigd en
goed leesbaar zijn. Gebruik de machine nooit met beschadigde of niet goed leesbare stickers.
De machine dient op de volgende manier aan de tractor gekoppeld te worden:
1. Verwijder de 3-punts pennen (1) uit de machine (zie Figuur 2).
2. Rij de tractor voorzichtig achteruit totdat de hefarmen (2) aan de machine gekoppeld kunnen
worden.
!! Zorg ervoor dat de tractor en de machine tijdens het aankoppelen niet kunnen verrijden !!
!! Zet de motor van de tractor uit voor de machine aan te koppelen !!
3. Koppel de hefarmen (2) aan de machine en gebruik hierbij de 3-punts pennen. Borg de
pennen met de R-clips.
4. Stel de stabilisator in op 100mm zijwaartse slag.
5. Monteer de topstang (3) aan de tractor en koppel deze aan de machine.
6. Stel de topstang zo af dat de machine horizontaal staat.
!! Zorg ervoor dat de 3-punts pennen gezekerd zijn met de R-clips !!
7. Start de tractor en hef de machine van de grond.
Figuur 2
11