Installatiehandleiding insert gasdrukregelaar
1. Gebruiksomstandigheden
Drukbereik inlaatdruk 0,5 tot 16,0 bar.
•
Drukbereik uitlaatdruk van 0,02 tot 6,4 bar.
•
Omgevingstemperatuur –20 tot +60 °C.
•
2. Transport en opslag
Om beschadiging van de gasdrukregelaar tijdens transport en opslag te voorkomen dienen de
onderstaande punten zorgvuldig nageleefd te worden:
De insert moet in de originele verpakking getransporteerd en opgeslagen worden.
•
Transport en opslagtemperatuur -20 tot + 60 °C.
•
Impulsbelastingen (schokken) dienen voorkomen te worden.
•
3. Leveringsomvang, identificatie
De insert is voorzien van O-ringen en een blokkeringsasje en is gecontroleerd op afdichting.
Met de insert worden meegeleverd:
Sticker met klepmaat en K
•
O-ring (P90941) voor afdichting membraanbakdelen
•
Rubberring (P92007) voor afdichting membraanschotel
•
O-ring (P90937) voor afdichting membraanbak en regelaarhuis
•
Tube vet (W70191)
•
Installatiehandleiding.
•
3.1.
Insert uitvoeringen
Klepmaat
Artikelcode
insert
insert
17,5 mm
D004210V
22,5 mm
D004220V
27,5 mm
D004230V
37,5 mm
D004240V
42,5 mm
D004250V
* bij 15 °C en 1,01325 bar
De inserts met klepmaat 37,5 en 42,5 mm hebben een afwijkende sluitveer t.o.v. de
onderliggende klepmaten. Bij een overgang van de ene groep naar de andere groep
zal de sluitveer uitgewisseld moeten worden. Deze dient apart besteld te worden.
3.2. Insert label
-waarde
G
Artikelcode
K
G
sluitveer
Aardgas
W42350
W42350
W42350
W42352
W42352
K
Doorstoomcoëfficiënt
G
Valve
Klepdiameter
DDD3006MHNL/06-2022/Rev.A2
-waarde*
sm³/h
185
440
640
1000
1250
RS350S PN16
3