Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Installeren Van De Ontharder - BWT AQUADIAL softlife 10 Bedienings- En Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

NL

3.6 Het installeren van de ontharder

1. Het op de juiste plaats zetten van de
waterontharder
Voordat de waterverzachter geïnstalleerd wordt. Als
de waterdruk te laag is, dan is de kans groot dat
de waterverzachter niet effectief functioneert. Als
de waterdruk te hoog is , dan kunnen onderdelen in
het apparaat beschadigd worden.
De waterdruk moet worden gecontroleerd met een
druk-niveaumeter aan de keukenkraan of aan een
buitenkraan. Er moet op worden gelet, dat de wa-
terdruk kan stijgen gedurende perioden met een
laag watergebruik, zoals bijvoorbeeld in de nachte-
lijke uren. Als daarentegen de druk overdag boven
de 8.9 bar EU uitstijgt, of u bent niet zeker van de
juiste drukinstelling, dan moet een druk verlagend
ventiel worden aangebracht. Als de druk lager is
dan 1.0 bar EU, kan het nodig zijn om een booster
pomp toe te passen.
2. Inlaat- en uitlaatverbindingen.
Pijlen op de inlaat en uitlaat pijpleidingen vanu-
it de klep bevestigen de richting van de stroming.
Aansluitingen kunnen tot stand worden gebracht,
hetzij met conventionele koperen buizen en armatu-
ren, hetzij middels de snel stromend water doorla-
tende flexibele slangen, waarbij u er wel voor moet
zorgen , dat hierin geen knikken kunnen komen ,
die de doorstroming kunnen belemmeren.
3. Afvoerverbinding
Druk de buigzame afvoerslang
draad omwikkelde
gina 10 en beveilig deze met de bijgeleverde klem.
Laat de afvoerslang overgaan in een standpijp of in
een afvoerbuis. De lucht opening moet minimaal 20
mm groot zijn. U kunt de afvoerbuis uitbreiden tot
9m als u tenminste voldoende druk heeft (meer dan
3 bar). De afvoerslang mag geen kronkels hebben
of op een andere wijze beperkt zijn, aangezien
dit een overstroming van de pekelwateropslag ver-
oorzaakt.
Bescherming tegen vorst
Als de afvoerslang of het daarop aansluitende pijp-
werk kans loopt blootgesteld te worden aan tempe-
raturen onder de 0 graden Celsius, moet bescher-
ming tegen bevriezing plaatsvinden. Als het niet lukt
om deze maatregel in acht te nemen, dan kan dit
leiden tot overstroming van de waterverzachter.
Als u een waterdruk heeft van 3 bar of meer, dan
kunt u de afvoerslang plaatsen tot maximaal 3 meter
boven het ventiel.
4. Overloopverbindingen
De slangpilaar-overloopbuis (die niet wordt gele-
verd bij de verzachter) moet worden verbonden met
12
in de met prikkel-
stekker, zoals afgebeeld op pa-
het elleboogstuk aan de achterzijde van het kabinet
(zie pagina 9).
Beweeg de buis neerwaarts naar de riolering . Let
er op, dat de overloop niet zodanig wordt uitgesto-
ten, dat beschadigingen kunnen plaatsvinden.
Als de waterverzachter is geplaatst in een kelder of
een souterrain, kan de overloop in een opslagtank
worden geloosd. Verhef de overloopslang niet naar
een hoger gelegen niveau.
5. Elektrische verbindingen (aansluitingen)
Ter bevordering van de veiligheid, en gemoedsrust
van de gebruikers alsmede
van de installatie, is uw waterverzachter voorzien
van een laag voltage
gehalte middels een stop in
de transformator.
Deze transformator dient aanges-
loten te zijn op een stekkerdoos.
6. Het vullen van het pekelwaterkabinet, zoutgebruik
en alarmsignalen.
Plaats nu het
waterverzachtingszout
terkabinet. Gebruik hiervoor voorzichtigheidswijze
de zouttabletten of zoutblokjes te verkrijgen bij uw
plaatselijke leverancier.
Opmerkingen over zoutgebruik: Uw waterverzach-
ter zal alleen dan effectief functioneren, als er zout
in het pekelwaterkabinet is gedurende het regene-
ratieproces.
Het is derhalve essentieel dat het zoutniveau niet la-
ger uitkomst dan 150 mm diep, wanneer gemeten
wordt vanaf de bodem van het pekelwaterkabinet.
N.B. voeg ook geen water aan het pekelwaterkabi-
net toe.. Tijdens het regeneratieproces zal er geen
zout worden toegevoegd aan uw watersysteem ,
aangezien het zout dat gebruikt wordt in het rege-
neratieproces veilig is weggespoeld door middel
van het afvoermechanisme.
Het zoutalarmsysteem is optioneel en derhalve niet
standaard ingevoerd bij het merendeel van alle ty-
pen waterverzachters.
7. Mengventiel
Alle apparaten zijn
fabrieksmatig
zoda-
nig
ingesteld,,
dat
zij zacht water voort-
brengen . Let op: als
u de voorkeur geeft
aan water dat minder
zacht is, draai dan
de mengknop aan de linkerkant van de klep (het
ventiel) tegen de wijzers van de klok in, totdat het
water voldoet aan uw eisen.
ter vereenvoudiging
in het pekelwa-

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Aquadial softlife 15Aquadial softlife 20Aquadial softlife 25

Inhoudsopgave