4. Reinig alle drie filters onder
kraanwater met een borstel.
5. Plaats de metalen/plastic filter
terug.
6. Plaats de grove filter in de
microfilter. Zorg ervoor dat deze
goed is geplaatst. Draai de grove
filter met de klok mee tot u een
"klik" hoort.
A
Gebruik de vaatwasser niet
zonder filter.
C
Verkeerde plaatsing van de filters
vermindert de afwasefficiëntie.
De slangfilter reinigen
Schade op de machine die veroorzaakt
kan worden door onzuiverheden
uit de stedelijke watervoorziening
of uw eigen waterinstallatie (zoals
zand, vuil, roest, enz.) kan worden
voorkomen met de filter bevestigd
aan de watertoevoerslang. Controleer
de filter en slang regelmatig en reinig
ze indien nodig.
1. Draai de kraan dicht en verwijder
de slang.
2. Reinig de filter onder stromend
water nadat u hem hebt
verwijderd.
3. Plaats de gereinigde filter terug in
de zitting in de slang.
4. Installeer de slang op de kraan.
(afhankelijk van het model)
De rotoren reinigen
Reinig de rotoren minstens een keer
per week om de machine goed te
laten werken.
Onderrotor
Controleer of de gaten op de
onderrotor (1) verstopt zijn. Als deze
verstopt zitten: verwijderen de rotor
en reinig hem. Trek de onderrotor
omhoog om hem te verwijderen (A, B).
38 NL