HOOFDSTUK 2 DE MACHINE INSTALLEREN
LOCATIEVEREISTE VOOR DE INSTALLATIE
De machine hoeft niet aan het werkblad of de vloer te worden verankerd. Plaats de machine op de meest passende wijze
op de gekozen plaats van gebruik. Houd rekening met de afmetingen van de machine zelf bij het kiezen van de locatie
en het soort te verwerken producten, en laat voldoende ruimte over voor de bediener of één persoon om vrijelijk rond de
machine te bewegen.
Alle steunvoeten onder de basis dienen op een stevig, stabiel, vlak en waterpas oppervlak te staan.
In de nabijheid van de machine dient op een bereikbare plek een voorziening voor de distributie van netspanning
voorzien van een geschikt stopcontact met schakelaar/ limiter bij voorkeur tevens uitgerust met aardlekschakelaar en
thermische beveiliging te zijn geplaatst.
De plek waar de machine wordt gebruikt dient zodanig verlicht te zijn dat gemakkelijk met de machine kan worden
gewerkt. Plaatsing van de machine op locaties die te donker zijn of waar fel of excessief licht u waarschijnlijk zal storen
wordt afgeraden.
Zorg ervoor dat niets op de machine kan vallen of de ventilatiesleuven kan blokkeren. Dit kan tot oververhitting leiden met
risico's en gevaar voor de bediener en zou waarschijnlijk de machine zelf ook beschadigen.
Voor het specifieke doel waar de machine voor wordt gebruikt dient in de omgeving een laag stofgehalte te zijn. Het
niveau dient 0,03 g/cu.m (0.0012 oz/cu. M) niet te overschrijden.
De omgevingstemperatuur dient onder de volgende omstandigheden binnen de aangegeven grenzen te blijven:
Ambient temperature must not exceed the following limits in the conditions given:
Temperatuur tijdens normale bediening:
Minimum 0° C Max + 35°C
Minimum 32° F Max + 95°F
Temperatuur bij opslag:
Minimum -15° C Max + 65°C
Minimum -6.8°F Max +149°F
Relatieve luchtvochtigheid:
Max 80% bij omgevingstemperatuur van 20°C (68°F)
Relatieve luchtvochtigheid:
Max 50% bij temp. van 20°C tot 60°C (68°F tot 140° F)
Hoogte van de plek van gebruik:
Max 1,000 m (305 ft) a.s.l.
Voor installatie boven 1.000 m dient speciale elektrisch apparatuur te worden geïnstalleerd.
415010 nl ma 2017-05
5/8