INSTALLATIE-HANDLEIDING
2-Koloms
kolom P2 door de koker (1 Fig. 13)
aan de binnenzijde van de kolom
P2.
Laat deze door de opening aan de
onderzijde van kolom P2 (2 Fig. 13)
Voer de andere zijde van de
hydraulische slang door de buis (3
Fig. 14)
Monteer de haakse koppeling aan
de P2 cilinder.(3 Fig.13)
Volg de zelfde procedure voor de
P1 kolom en monteer de haakse
koppeling aan de P1 cilinder (6
Fig.13)
Voer de kabel en luchtleiding,
gekoppeld met behulp van tape, (15
Fig. 14) door de buis (3 Fig. 14).
Dan door de opening (14 Fig. 14) in
de kolom en de koker in de kolom
P2 (4 Fig. 13).
Verbind
de
kabel
aan
eindschakelaar (FC3) met een
passende stekker (5 Fig. 13) en de
luchtleiding aan de pneumatische
cilinder (8 Fig.13) in de kolom P2.
Volg dezelfde procedure met het
andere uiteinde van de kabel en de
luchtleiding (15A Fig. 14) in kolom
P1.
Verbind
de
kabel
aan
verbindingsstrip (2 Fig.15), waarbij
de kabels met de zelfde codering
aan elkaar verbonden worden.
Verbind
de
luchtleiding
uitgaande nippel van luchtventiel
EVP (4 Fig.16)
Aan de ingaande nippel van het
luchtventiel
kan
nu
persluchtaansluiting (max. 8 bar)
aangesloten worden.
Voer nu de retourleiding (7 Fig.14)
door de buis, via de opening boven
in de p2 kolom en via de koker naar
de onderkant van de P2 kolom.
Plaats de verstevigingsbus (6 Fig.
13)
aan
het
eind
retourleiding en monteer deze aan
de voorgemonteerde hydraulische
slang aan de P2 cilinder (9 Fig. 13)
Het
andere uiteinde van de
retourslang moet aan de pompunit
gemonteerd worden (5 Fig. 16). De
Industrieterrein IJsselveld, Vlasakker 11, 3417 XT MONTFOORT, The Netherlands
Tel: +31 348 477000 Fax: +31 348 475104 Internet: www.autec.nl E-mail: info@autec.nl
ALH3225TC2
ALH3225TC3
retourslang moet dan nog wel door
de buis (3A Fig. 14) op de P1 kolom
en door de opening aan de
bovenkant van de kolom (16 Fig.
14) en de uitsparing in de P1 kolom
(2 Fig. 16) gevoerd worden.
Verbind beide retourslangen (6, 6A
Fig. 14) met elkaar met de
doorverbindnippel (5, Fig. 14)
Monteer de verbindingsgoot (4 Fig.
14) over de buizen (3, 3A Fig. 14),
met behulp van het meegeleverde
bevestigingsmateriaal. Centreer de
verbindingsgoot en zet deze hierna
vast.
de
de
aan
de
van
de
Autec Automotive Equipment
UITGAVE 01-05-2014
NL/TD-ALH3225TC-5