E E n n v v e e l l o o p p p p e e n n i i n n d d e e h h a a n n d d m m a a t t i i g g e e i i n n v v o o e e r r p p l l a a a a t t s s e e n n
1. Open de handmatige invoer.
2. Trek het verlengstuk van de lade naar buiten voor grotere papierformaten.
3. Breng de breedtegeleiders naar de randen van de lade.
Opmerking:
• Controleer voordat u de enveloppen in de lade plaatst of de invoerrand van de
enveloppen plat is of slechts een lichte papierkrul omhoog (minder dan 5 mm)
vertoont om papierstoringen te voorkomen. Als de rand gekruld of verdikt is, vouwt
u deze terug om te ontkrullen. De lengte van de krul moet binnen 8–10 mm (0,31 –
0,39 inch) zijn. Papierkrul omlaag bij de invoerrand van de enveloppen is niet
acceptabel en kan een papierstoring of foutieve invoer veroorzaken.
• Plaats enveloppen in een stapel met een maximale hoogte van 16,5 mm. Dit is
ongeveer 10–20 enveloppen, afhankelijk van het merk, de grootte en de structuur.