HET WEEGSYSTEEM VOOR DE STAPELAAR
1. INGEBRUIKNAME
De aan-/uittoets () van de indicator activeert het weegsysteem.
Na 3 tot 5 minuten hebben elektronica en krachtopnemers de werktemperatuur
bereikt. Voordien zijn afwijkingen tot ca. 0,3% mogelijk.
Het wordt aangeraden een gewicht pas te heffen nadat de nulcorrectie uitgevoerd is.
2. GEBRUIK
De indicator is aangesloten op de batterij van de truck. Als de spanning van de
batterij te laag wordt verschijnt een melding en schakelt de indicator automatisch uit.
Het gewicht moet vrij geheven worden: zonder dat de last mastdelen of andere
pallets te raakt:
Foutief opnemen van de last
Correct opnemen van de last
De nauwkeurigheid van het weegsysteem loopt vanaf 2° scheefstand met circa 0,1%
per graad terug. Dit effect treedt ook op bij gaten of kuilen in de bodem. Een gladde
vloer is optimaal.
Het optimaal nauwkeurige weegresultaat wordt verkregen als het lastzwaartepunt
tussen de vorken ligt. Bij excentrische belading buigen en torderen de vorken. Dit
kan tot een lagere nauwkeurigheid leiden. Bij geijkte systemen zal de scheefstands
detector de indicator uitschakelen bij een excentrische belading of scheefstand die
de nauwkeurigheid beïnvloeden.
2