TRANSFERS:
Controleer de stabiliteit van de patiënt vóór elke transfer.
A- Vanuit bed:
- Leg de patiënt indien mogelijk op de zij.
- Draai de beide armsteunen naar achteren.
- Plaats de zitting van de stoellift tegen het bed aan .
- Zet de twee achterwielen op de rem.
- Plaats de patiënt in de stoellift.
- Pas de houding van de patiënt aan en breng de armsteunen weer omlaag zodat de patiënt
rondom wordt gesteund.
- Breng de veiligheidsband aan.
- Bij terugkeer naar bed, volg de procedure in omgekeerde volgorde.
B- Vanuit de stoel:
- Breng de stoellift naar de stoel, zorg dat de zitting van de lift iets lager staat dan de
zitting van de stoel.
- Draai één armsteun naar achteren.
- Zet de twee achterwielen op de rem.
- Plaats de patiënt in de stoellift.
- Pas de houding van de patiënt aan en breng de armsteun weer omlaag zodat de patiënt
rondom wordt gesteund.
- Breng de veiligheidsband aan.
- Bij terugkeer naar de stoel: volg de procedure in omgekeerde volgorde,
de zitting van de lift moet iets lager staan dan de zitting van de stoel.
C- Naar het bad:
- Breng de stoellift boven het bad met behulp van de afstandsbediening.
- Breng het bad omhoog tot de gewenste hoogte.
- Breng de stoellift omlaag met behulp van de afstandsbediening om de patiënt in
het bad te kunnen dompelen.
- Na het baden: breng het bad éérst omlaag, pas dan laten leeglopen.
Pag. 5/10