RDS-het Radio Data
Systeem
RDS (Radio Data Systeem) gebruiken om FM-zenders te ontvangen
RDS stelt FM-zenders in staat een extra signaal mee te zenden met de normale programmasignalen. Zo kunnen de zenders bijvoorbeeld
hun naam meesturen of informatie over het type programma's dat zij uitzenden, zoals sport of muziek,
Welke informatie kunnen RDS signalen bieden?
Op het display kunt u zien welke RDS-signalen de zender doorgeeft.
49
Wanneer u hebt afgestemd op een FM-zender die de RDS-service biedt,
begint de RDS-indicator te knipperen in het weergavevenster.
Omschrijving van de RDS-functie
1. PTY (Program Type - Programmaclassificatie) : het soort programma dat wordt uitgezonden.
2. PS NAME (Program Service Name - Naam programmaservice) : geeft de naam van de zender
weer (max. 8 tekens).
3. RT (Radio Text - Radiotekst) : Decodeert de radiotekst (indien beschikbaar) die door een zender
wordt ontvangen en is uit maximaal 64 tekens samengesteld.
4. CT (Clock Time - Tijd) : Decodeert de klok van de FM-frequentie.
• Niet alle zenders ontvangen PTY-, RT- of CT- informatie, en dus verschijnt dit
niet altijd op het beeldscherm.
5. TA (Traffic Announcement - verkeersinformatie) : Als dit symbool knippert, betekent dit dat er
verkeersinformatie wordt uitgezonden.
• RDS werkt mogelijk niet goed als de zender het RDS-signaal niet correct
doorgeeft of als het signaal niet krachtig genoeg is.
Druk op RDS DISPLAY terwijl u naar een FM-zender luistert.
•
Telkens als u op deze knop drukt, verandert de weergave en wordt de volgende informatie
getoond:
PS NAME
RT
CT
Frequency
• PS (Programmaservice) : Terwijl u zoekt, worden <PS> en vervolgens de zendernaam
weergegeven. <NO PS> wordt weergegeven als er geen signaal wordt uitgezonden.
• RT (Radiotekst) : Terwijl u zoekt, worden <RT> en vervolgens de tekstberichten die door de zender
worden verstuurd weergegeven. <NO RT> wordt weergegeven als er geen signaal wordt
uitgezonden.
• Frequentie : Zenderfrequentie (geen RDS-service).
Tekens in het weergavevenster
Wanneer in het venster PS- of RT-signalen worden weergegeven, worden de volgende tekens
gebruikt.
• In het venster wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
Er wordt altijd gebruik gemaakt van hoofdletters.
• In het venster kunnen geen tekens met accenten worden weergegeven.
Zo wordt voor een A met een accent, zoals Á, À, Ã of Ä, altijd <A> gebruikt.
Als het zoeken plotseling wordt beëindigd, worden <PS> en <RT> niet weergegeven in het venster.