•
Zorg tijdens het installeren, afstellen of verplaatsen van een Hypro-centrifugaalpomp dat er geen voorwerpen zijn die
op de installateur kunnen vallen, en zorg ervoor dat de stroomvoorziening is uitgeschakeld voor alle machines en/of
apparatuur waarop de pomp moet worden aangesloten.
•
Pompen moeten geïnstalleerd worden in een locatie waar ze rondom toegankelijk zijn voor het uitvoeren van
noodzakelijk onderhoud.
Standaardmontage
•
Om persoonlijk letsel en schade aan eigendommen te voorkomen, moeten alle Hypro-pompen op een stevige ondergrond
gemonteerd worden waar geen gevaar bestaat dat de pomp kan omvallen of losbreken. Alle Hypro-pompen zijn uitgerust
met montagegaten waarin bouten geplaatst kunnen worden, om de pomp te verankeren op een stevige ondergrond.
Zorg tijdens het monteren van uw Hypro-centrifugaalpomp dat daarvoor bouten en moeren gebruikt worden die geschikt
zijn voor alle chemicaliën waarmee ze in contact kunnen komen, en dat daarvoor bouten en moeren van de juiste
grootte gebruikt worden op basis van het gewicht van de pomp alsmede alle te verwachten belastingen, ladingen of
gewichtsveranderingen. Pompen moeten zo dicht mogelijk in de buurt van de bron van de vloeistofaanvoer geplaatst
worden. Niet-zelfvullende pompen moeten voor de juiste werking lager dan het vloeistofpeil geplaatst worden.
Leidingenwerk van de pomp
•
Voor maximale prestaties van de pomp moet de aansluiting van de afvoer recht omhoog wijzen en moeten de aan- en
afvoerleidingen minstens dezelfde diameter hebben als het bijbehorende aansluitpunt. Het leidingenwerk van de pomp
moet bestand zijn tegen de maximale zuiging en druk die door de pomp gegenereerd wordt en dient zo min mogelijk
blokkades of beperkingen te hebben.
•
Voor het zo goed mogelijk vullen van de pomp, dient de bovenste ventilatieplug verwijderd te worden om op die locatie
een ventilatiekanaal op de pomp aan te sluiten. Dit ventilatiekanaal voorkomt luchtblokkades en zorgt ervoor dat de pomp
zichzelf vult door ingesloten lucht te laten ontsnappen.
Ref.
Beschrijving
Nr.
1
Tankdeksel
2
Ventilatiekanaal
3
Straalroerder
4
Afsluitbare kogelkleppen
5
Centrifugaalpomp
6
Bedieningspaneel voor sproeiregeling
7
Bediening voor centrifugaalpomp
8
Klep voor sproeibalk
9
Debietmeter
10
Spuitmond met straalbuis
▫
Aangedreven door riemschijf - Monteer V-snaren zo dicht mogelijk bij de pomp en de lagers van de motoras.
Controleer de afstelling met een rechte rand, zoals afgebeeld in Afbeelding 2.
Afbeelding 2
Installatie van riem- en riemschijfaandrijving
Centrifugaalpompen op voetstuk gemonteerd
Centrifugaal leidingwerk Koppelen
Elektromotor
of
Gasmotor
Rechte rand
- 8 -