Samenvatting van Inhoud voor Yamabiko Belrodotics Bigmow
Pagina 1
Bigmow Bedieningshandleiding Softwareversie 3.5 Neem de inhoud van deze handleiding aandachtig door voor u de robot in gebruik neemt. Belrobotics®, Bigmow® en Parcmow® zijn geregistreerde handelsmerken van Yamabiko Europe. Avenue Lavoisier 35 • 1300 Wavre • Belgium www.belrobotics.com...
Pagina 2
Yamabiko Europe S.A./N.V. wijst elke verantwoordelijkheid af voor schade ten gevolge van het gebruik van het apparaat, de bijbehorende accessoires en randapparatuur en de bijbehorende software. Yamabiko Europe S.A./N.V. behoudt zich het recht voor om op elk moment en zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan te brengen aan dit document.
Inhoudsopgave 1 Wat is er nieuw?.................. 6 2 Inleiding....................7 3 Vormgevingselementen in deze handleiding........8 4 Beschrijving van de Bigmow..............9 4.1 De robot........................10 4.2 Het laadstation......................14 4.3 Het locatiebepalingsbaken van het station............. 16 5 Sensoren..................... 17 6 Werking van de Bigmow..............20 6.1 Zelfstandige werkstatus...................21 6.1.1 Werkmodus....................22 6.1.2 Naar het laadstation-modus...............
Pagina 4
8.2.1 Geen locatiebepalingsbaken gedetecteerd..........60 8.2.2 Contact met station verbroken gedurende {0} s!........61 8.2.3 Bepaalde draden zijn niet goed geconfigureerd. Voeg ten minste één perceel toe aan elke draad................61 8.2.4 Geen laadspanning; controleer contacten en laadstation......61 8.2.5 De robot heeft geen draad om te maaien. Configureer ten minste één draad........................61 8.2.6 De robot heeft geen perceel om te maaien.
Pagina 5
9.1.1 Entiteiten, gebruikers en robots..............74 9.1.2 Maken van accounts.................. 75 9.1.3 Toegang tot de webserver................. 79 9.1.4 Gebruik van de app................... 87 10 Service en onderhoud..............89 10.1 Onderhoud......................89 10.1.1 Onderhoudsprocedures................90 11 Verklaringen..................96 12 Verklaring van overeenstemming...........97 13 Technische gegevens Bigmow............98 14 Verklarende woordenlijst...............100 15 Afkortingen..................
Hoofdstuk 1 Wat is er nieuw? 1 Wat is er nieuw? Release 3.5 - Het releasenummer van de handleiding is aangepast aan de softwareversie waarvoor deze bedoeld is. Opmerking: Dit betekent dat er geen handleidingen zijn met releasenummer 3.2, 3.3 of 3.4 - Het hoofdstuk Verhelpen van storingen...
Hoofdstuk 2 Inleiding 2 Inleiding Deze handleiding voorziet u van alle benodigde informatie voor het gebruik van uw Bigmow - robotgrasmaaier op batterijvoeding. Deze handleiding is een vertaling van het oorspronkelijke document. Uw robot is geïnstalleerd door een door Belrobotics erkende technicus. De indeling van de locatie is geanalyseerd om de meest geschikte robot te kiezen.
Hoofdstuk 3 Vormgevingselementen in deze handleiding 3 Vormgevingselementen in deze handleiding Geeft het begin aan van een procedure die Om de accu op te laden gevolgd moet worden. blauwe tekst (pagina 8) Een link naar een andere paragraaf in de handleiding.
Hoofdstuk 4 Beschrijving van de Bigmow 4 Beschrijving van de Bigmow Alle elementen van het robotsysteem staan weergegeven in de onderstaande afbeelding. In dit hoofdstuk worden alle mechanische kenmerken van de robot, het laadstation en het locatiebepalingsbaken waarmee de robot het laadstation terugvindt beschreven. De begrenzingsdraad is onderdeel van de complete installatie.
Hoofdstuk 4 Beschrijving van de Bigmow 4.1 De robot Onderdelen van de Bigmow Afbeelding 2: Onderdelen aan de bovenkant van de robot (1) STOP-knop Door deze knop in te duwen kan de robot op elk moment gestopt worden. Het is ook een klep waaronder zich de zogenaamde smartbox bevindt met de boordcomputer die de functies van de robot aanstuurt.
Pagina 11
Hoofdstuk 4 Beschrijving van de Bigmow Afbeelding 3: Onderdelen aan de onderkant van de robot (8) Maaikoppen De robot heeft 5 roterende maaikoppen. Elke maaikop heeft drie snijmessen die meedraaien met de kop en het gras afsnijden. Afbeelding 4: Detailafbeelding van de maaikop (A) Beugel (B) Kabeldoorvoer (C) Motorbehuizing...
Pagina 12
Hoofdstuk 4 Beschrijving van de Bigmow De hoogte van de maaikop bepaalt op welke lengte het gras gemaaid wordt. Deze kan naar wens aangepast worden. Zie Instellen van de maaihoogte (pagina 47). (9) Accu Tijdens het maaien wordt de Bigmow gevoed door een LFP-accu. Als de accu geladen moet worden, keert de robot terug naar het laadstation.
Pagina 13
Hoofdstuk 4 Beschrijving van de Bigmow Afmetingen Afbeelding 6: Afmetingen achterkant Afbeelding 7: Afmetingen zijkant Bigmow Bedieningshandleiding Versie: Release 3.5 Laatst bijgewerkt: 2019-01-23...
Hoofdstuk 4 Beschrijving van de Bigmow Afbeelding 8: Afmetingen onderkant Technische gegevens Voor alle technische gegevens, zie Technische gegevens Bigmow (pagina 98). Geluidsniveau: Het A-gewogen geluidsniveau ter hoogte van de operator is maximaal 70 dB(A). Gewicht in kilogram: Is te vinden op het identificatielabel. Zie Afbeelding 5: Identificatielabel aan de binnenkant van de STOP-knop/klep (pagina 12).
Pagina 15
Hoofdstuk 4 Beschrijving van de Bigmow (3) Laadsensor. Dit is een optionele functie om aan te geven dat het laadstation een robot aan het opladen is. Dit is handig als er meerdere robots in gebruik zijn. Afbeelding 10: Achterkant van het laadstation (4) Led-indicator die de huidige status van het station aangeeft: •...
Hoofdstuk 4 Beschrijving van de Bigmow 4.3 Het locatiebepalingsbaken van het station Het locatiebepalingsbaken van het station is een device dat een UWB (ultra-wideband)- signaal uitstuurt, dat gedetecteerd wordt door de robot. Zo kan de robot met zeer hoge nauwkeurigheid (< 200 mm) de locatie van het laadstation vinden (zie terugkeren naar het laadstation (pagina 24)).
Hoofdstuk 5 Sensoren 5 Sensoren De Bigmow is uitgerust met diverse sensoren die een veilige werking moeten waarborgen. Deze sensoren zorgen ervoor dat de robot obstakels kan detecteren en hierop kan reageren als een obstakel op zijn route ligt of als een klein object het risico loopt beschadigd te raken door de snijmessen.
Pagina 18
Hoofdstuk 5 Sensoren Optil- en carrosserieverplaatsingssensoren Afbeelding 13: Locatie van de optilsensorbevestigingen Afbeelding 14: Optilsensoren Er zijn op 4 punten optilsensoren bevestigd op de carrosserie van de robot. Als de robot tegen een laag object aankomt waardoor de carrosserie omhoog geduwd wordt of als iemand de carrosserie optilt, dan reageren de optilsensoren.
Pagina 19
Hoofdstuk 5 Sensoren nauwkeurig mechanisme voor het vinden van het laadstation (of andere locaties). Het baken is normaal geïnstalleerd in het laadstation maar kan zich ook elders bevinden. Kantel-/omkiepsensoren De kantelsensor detecteert de hoek van een helling waarop de robot aan het maaien is. Als deze hoek meer dan 30°...
Hoofdstuk 6 Werking van de Bigmow 6 Werking van de Bigmow De robot werkt in een aantal ‘statussen’. Binnen deze statussen is hij geprogrammeerd voor een aantal ‘modi’. Zelfstandige werkstatus (pagina 21): In deze status volgt de robot cycli van werken (het gras maaien) en in het laadstation verblijven om de accu op te laden of voor een rustperiode.
Hoofdstuk 6 Werking van de Bigmow 6.1 Zelfstandige werkstatus Afbeelding 15: Zelfstandige werkstatus Werken In deze modus maait de robot het gras volgens een willekeurig traject. Voor meer details, Werkmodus (pagina 22). Naar station Op een gegeven moment, afhankelijk van het programma en de omstandigheden van het moment, beslist de robot om terug te keren naar het laadstation.
Hoofdstuk 6 Werking van de Bigmow 6.1.1 Werkmodus Afbeelding 16: Werkmodus In de werkmodus maait de Bigmow het gras op het veld (binnen de begrenzingsdraad). Hij volgt een willekeurig traject over het veld zodat het hele grasveld meegenomen wordt en er geen wielsporen achterblijven in het gras.
Pagina 23
Hoofdstuk 6 Werking van de Bigmow willekeurige terugkaatshoek en gaat hij verder in een andere richting. Deze hoek is normaal tussen 108° en 172° en is afhankelijk van de ingestelde parameters in de software. Als de robot normaal aan het maaien is, dan verplaatst hij zich met een snelheid van circa 1 m/s (3,5 km/h).
Hoofdstuk 6 Werking van de Bigmow 6.1.2 Naar het laadstation-modus Afbeelding 19: Naar het station-modus Terwijl hij aan het werk is, controleert de robot de huidige omstandigheden en de geprogrammeerde instructies. Deze omstandigheden kunnen zijn: • De accu opgeladen moet worden, •...
Hoofdstuk 6 Werking van de Bigmow Bij punt A beslist de robot om terug te keren naar het laadstation. Hij rijdt dan naar het dichtste punt (B) dat zich binnen de volgrand (pagina 102) bevindt. Hierna volgt de robot de volgrand tot hij punt C bereikt waar hij op een bepaalde afstand van het laadstation is.
Hoofdstuk 6 Werking van de Bigmow Bij punt A beslist de robot om terug te keren naar het laadstation. Hij rijdt naar de volgrand in ‘Perceel R’ en volgt ‘Volgrand R’ tot hij punt B bereikt waar de twee velden elkaar overlappen. Hierna volgt hij ‘Volgrand B’...
Hoofdstuk 6 Werking van de Bigmow Afbeelding 20: Terugkeren naar het station met een stationslus Bij punt A beslist de robot om terug te keren naar het laadstation. Hij rijdt dan naar de volgrand (pagina 102) en volgt de volgrand van het ene maaiveld tot hij punt B bereikt waar de twee draden elkaar overlappen.
Hoofdstuk 6 Werking van de Bigmow Bij punt A beslist de robot om terug te keren naar het laadstation. Hij rijdt naar de volgrand in ‘Perceel R’ en volgt ‘Volgrand R’ tot hij punt B bereikt waar de twee velden elkaar overlappen. Hierna volgt hij ‘Volgrand B’...
Hoofdstuk 6 Werking van de Bigmow 6.1.4 Wachten in laadstation-modus Afbeelding 22: Wachten in station-modus Beslissingen C Nadat de accu opgeladen is, blijft de robot in het laadstation tot: • het normale programma moet beginnen, • een specifieke opdracht gegeven wordt. 6.1.5 Randmodus Afbeelding 23: Randmodus Opmerking: De randmodus werkt enkel bij een installatieconfiguratie met één...
Hoofdstuk 6 Werking van de Bigmow Als de robot in de randmodus geschakeld is, dan verplaatst hij zich direct over de begrenzingsdraad. De robot kan geprogrammeerd worden om in de randmodus te werken nadat hij het laadstation verlaten heeft en voor hij begint te maaien volgens een willekeurig traject in de werkmodus.
Pagina 31
Hoofdstuk 6 Werking van de Bigmow De robot verlaat het station en volgt de draad (slalombeweging (pagina 101)) tot hij punt A bereikt. Bij punt A maakt hij de haakse bocht (pagina 100); hij draait 90 en rijdt de volgrand (pagina 102) binnen.
Pagina 32
Hoofdstuk 6 Werking van de Bigmow In alle gevallen verlaat de robot het station en volgt hij de draad over een bepaalde afstand tot hij punt A bereikt. Hij maakt dan de haakse bocht en draait nogmaals 90 graden om zijn positie in te nemen in de volgrand van het eerste perceel (punt B).
Pagina 33
Hoofdstuk 6 Werking van de Bigmow Als de robot het station verlaat, dan volgt hij de draad van de stationslus tot hij punt A bereikt. Dit is op een ingestelde afstand binnen de begrenzingsdraad van het hoofdveld. Op dit punt draait hij en volgt hij de volgrand van het veld dat gemaaid moet worden tot hij punt B bereikt, waar hij het veld in draait en begint te maaien.
Hoofdstuk 6 Werking van de Bigmow 6.2 Inactieve status Er kan zich een situatie voordoen waardoor de zelfstandige werkstatus beëindigd moet worden en de robot in een inactieve status moet schakelen tot de actieve werkstatus hervat kan worden. Afbeelding 25: Inactieve modi De robot beëindigt de zelfstandige werkstatus en schakelt in de inactieve status als: •...
Pagina 35
Hoofdstuk 6 Werking van de Bigmow • Als het resultaat van de zelftest NIET succesvol is, dan registreert hij een alarm. Er dient dan handmatig tussengekomen te worden om het alarm te wissen (pagina 57). UIT-modus De robot schakelt in de UIT-modus als: •...
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot 7 Gebruik van uw robot Uw Bigmow robot is geïnstalleerd en geconfigureerd overeenkomstig uw behoeften. Lees voor u de robot in gebruik neemt de Veiligheidsmaatregelen (pagina 36). Er staan een aantal veiligheidssymbolen (pagina 37) op de robot en het is belangrijk dat u weet wat deze betekenen en dat u ze naleeft.
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot • Let erop dat u altijd wandelt en nooit rent. Belangrijk: Draag altijd stevig schoeisel en een lange broek als u het apparaat bedient. Opmerking: De operator of gebruiker moet andere personen of hun eigendommen beschermen tegen ongelukken of andere gevaren.
Pagina 38
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot Hanteren van het apparaat: Plaats nooit uw handen of voeten onder of bij het apparaat wanneer het in werking is. Het apparaat stoppen: Zet altijd het apparaat uit en wacht tot de snijmessen gestopt zijn alvorens aan het apparaat te werken. Schakel het apparaat uit met de schakelaar (aan/uit) alvorens eraan te werken of het op te tillen.
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot Vergrendeling: De robot is uitgerust met een diefstalbeveiliging. 7.3 De gebruikersinterface Onder de STOP-knop/klep bevindt zich een smartbox met de boordcomputer die het functioneren van de robot aanstuurt. Uw Belrobotics-technicus heeft uw robot voorgeprogrammeerd overeenkomstig uw behoeften, maar via deze interface kunt u de huidige status bekijken, de instellingen wijzigen en specifieke opdrachten geven.
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot (5) De navigatietoetsen Met de pijltoetsen kunnen de menuopties gemarkeerd worden. (6) De Terug-toets Om het menu te verlaten en terug te keren naar het vorige niveau. (7) De OK-toets Om een bewerking of instelling te bevestigen. (8) Servicemenutoets Voor een aantal opties die meestal door servicepersoneel gebruikt worden.
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot Werking Om een wekelijks maaischema te programmeren (pagina 43). Om bepaalde maaikoppen in of uit te schakelen (pagina 46). Om het aantal keer per week dat de randmodus ingeschakeld moet worden in te stellen (pagina 47).
Pagina 42
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot 2 Opladen en blijven Terugkeren naar het laadstation en daar blijven tot een nieuwe opdracht gegeven wordt. 3 Maaien Het maaischema hervatten na een onderbreking. 4 Rand Naar de randmodus (pagina 29) schakelen en vervolgens terugkeren naar het laadstation.
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot Druk op de pijlen omhoog en omlaag om het gewenste optie te markeren of druk op de toets van het cijfer voor de optie. Druk op Sluit de klep. Opmerking: Als de klep niet binnen 10 seconden gesloten wordt, dan wordt de bewerking geannuleerd en moet u deze procedure herhalen.
Pagina 44
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot Druk op Druk op de pijlen omhoog en omlaag te markeren en druk vervolgens Schema Er verschijnt een scherm zoals het onderstaande scherm. In het onderstaande voorbeeld zijn er twee kolommen omdat er twee percelen ingesteld zijn. Het geeft het huidige schema weer, waarbij de witte blokjes de tijden aangeven waarop de robot aan het werk gaat in een bepaald perceel.
Pagina 45
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot Gebruik de cijfertoetsen om de waarden voor de begin- en eindtijd in te voeren op de plek waar de cursor knippert en druk vervolgens op Druk op de pijl omlaag om naar het actieve selectievakje te gaan. Druk op om de betreffende periode te activeren.
Pagina 46
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot Druk op Druk op om terug te keren naar het overzicht van het schema. Om het maaischema te negeren Druk op Markeer Bewerken Druk op Gebruik de pijlen om te markeren en druk op om de knop te deselecteren Volg schema (uit).
Pagina 47
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot Opmerking: Als u op de cijfertoets drukt, dan worden alle maaikoppen geselecteerd. Druk op Druk op om terug te keren naar het hoofdmenu. Opmerking: Herhaal de bovenstaande procedure om een uitgeschakelde maaikop weer in te schakelen en selecteer daarbij de uitgeschakelde maaikop. Rand Het aantal keer per week dat de randmodus ingeschakeld moet worden kan ingesteld worden.
Pagina 48
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot Druk op Druk op de pijlen omhoog en omlaag te markeren en druk Maaihoogte vervolgens op Het volgende scherm, met de huidige hoogte waarop de maaikoppen ingesteld zijn, verschijnt. Opmerking: Als deze waarde negatief is, dan betekent dit dat de parameters gereset zijn en de hoogte van de snijmessen opnieuw gekalibreerd moet worden.
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot Druk op de pijlen omhoog en omlaag te markeren en druk Systeemblokkering vervolgens op Markeer en druk vervolgens op Het volgende scherm verschijnt, waar u de pincode van de robot moet invoeren om de menu's weer te kunnen openen.
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot Druk op de om de fabrieksinstellingen te herstellen. Druk op om dit menu af te sluiten. 7.3.4 Het service-instellingenmenu Dit menu wordt met name gebruikt door onderhoudstechnici. Landinstellingen Voor het instellen van de tijdzone en de menutaal (pagina 50).
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot Druk op de pijl omlaag om te markeren. Taal Druk op Gebruik de pijlen naar links en rechts om naar de gewenste taal te scrollen. Druk op om de taal te bevestigen. Druk op om het menu af te sluiten.
Pagina 52
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot Zoeken naar netwerken Deze optie verschijnt als de robot niet verbonden is of geen wifinetwerk kan detecteren. SSID Dit is de naam van het wifinetwerk waarmee de robot verbonden is. Dit kan ook gewijzigd worden.
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot 7.3.4.3 Instellingen In dit menu kunt u een aantal gebruiksparameters instellen: . Min. temp. Instellen van de laagste temperatuur waarbij de robot aan het werk gaat. Opmerking: Maaien bij een te lage temperatuur kan het gras beschadigen. Percelenpercentage bewerken Met deze optie kunt u de percentagewaarden...
Pagina 54
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot Markeer in de onderste rij en druk op Druk op om de nieuwe naam te bevestigen. Druk op om terug te keren naar het hoofdmenu. Apparaatinfo Om de apparaatgegevens weer te geven Druk op Druk op de pijltoetsen om te markeren en druk vervolgens op Apparaat...
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot Versie Huidige softwareversie in een leesbaar formaat. Brain-versie Huidige Artificial Intelligence (AI)-versie. Gebruik deze als u een probleem meldt. Systeemversie Huidige versie van de systeemsoftware. Gebruik deze als u een probleem meldt. Softwareversie Huidige versie van de applicatiesoftware. Gebruik deze als u een probleem meldt. Bootloaderver.
Pagina 56
Hoofdstuk 7 Gebruik van uw robot Opmerking: Deze functie wordt niet ondersteund in de huidige versie. De huidige locatie van het centrum is te vinden in het instellingenmenu (pagina 53) van het apparaat. Om een beveiligingszone te definiëren en te activeren Verplaats de robot naar het gewenste centrum van de beveiligingszone.
Hoofdstuk 8 Verhelpen van storingen (foutmeldingen) 8 Verhelpen van storingen (foutmeldingen) Een alfabetische lijst met foutmeldingen. • Slecht accucontact (pagina 58) • Slechte accumeting (pagina 59) • Overspanning accu (pagina 58) • Probleem met de temperatuur van de accu (pagina 58) •...
Hoofdstuk 8 Verhelpen van storingen (foutmeldingen) Controleer of de aangegeven schroeven goed vast zitten. Of: Vervang de accu. 8.1.4 Slechte accumeting Scenario Als de accuwaarden in het GUI-display niet overeenkomen met de werkelijke waarden. Oplossing Maak een foto van het GUI-display en meld het probleem bij uw dealer. (Noteer datum, tijd en serienummer van de robot).
Hoofdstuk 8 Verhelpen van storingen (foutmeldingen) Maak een foto van het GUI-display en meld het probleem bij uw dealer. (Noteer datum, tijd en serienummer van de robot). 8.1.6 Uitschakelen over 2 min. / uitschakelen uitstellen / remmen deblokkeren Symptomen / problemen - In het GUI-display verschijnt de foutmelding en u wordt gevraagd of u het uitschakelen wilt voorkomen.
Hoofdstuk 8 Verhelpen van storingen (foutmeldingen) Controleer of er zich geen obstakels tussen de robot en het locatiebepalingsbaken bevinden. Controleer of het locatiebepalingsbaken gevoed wordt. Controleer of de begrenzingsdraad correct geïnstalleerd is. Als aan alle bovenstaande voorwaarden voldaan wordt en de robot kan het locatiebepalingsbaken nog steeds niet vinden, overweeg dan een ‘terug-naar-stationslus’...
Hoofdstuk 8 Verhelpen van storingen (foutmeldingen) Betekenis / reden Er moet minimaal één draad, die het maaiveld definieert, geconfigureerd worden. Oplossing Neem contact op met uw dealer. 8.2.6 De robot heeft geen perceel om te maaien. Configureer ten minste één perceel. Scenario Als er geen perceel geconfigureerd is.
Hoofdstuk 8 Verhelpen van storingen (foutmeldingen) Oplossing Controleer of er zich geen obstakels bevinden tussen het punt waar de robot de haakse bocht gemaakt heeft en het station. Controleer de voeding van het laadstation. Controleer de gelijkstroomspanning op de armen van het station (moet 32 V zijn). Controleer de positie van het station ten opzichte van de draad.
Hoofdstuk 8 Verhelpen van storingen (foutmeldingen) 8.3 Interface 8.3.1 Deblokkeer systeem: onjuiste pincode Scenario ’Systeemblokkering’ is ingesteld en moet gedeblokkeerd worden door een pincode in te voeren. Er is een onjuiste code ingevoerd. Oplossing Voer de juiste code in. Als deze niet bekend is, neem dan contact op met de technische support.
Hoofdstuk 8 Verhelpen van storingen (foutmeldingen) Controleer en reinig de contacten. 8.4.3 Docken aan station mislukt Scenario Het apparaat probeerde terug te keren naar het station maar dit is niet gelukt. Oplossing Controleer of zich geen obstakels bevinden naast het station. Controleer de voeding van het station.
Hoofdstuk 8 Verhelpen van storingen (foutmeldingen) Geef het probleem door aan uw dealer. 8.4.6 Motor geblokkeerd tussen {0} en {1} mm Scenario Als na een opdracht om de maaihoogte te wijzigen de maaikop niet kan bewegen. Betekenis / reden De motor die de maaikop omhoog brengt, werkt niet. Oplossing Geef het probleem door aan uw dealer.
Hoofdstuk 8 Verhelpen van storingen (foutmeldingen) Betekenis / reden Er is een probleem met een zekering of aansluiting. Oplossing Controleer de zekering en vervang deze indien nodig. Controleer alle kabelaansluitingen. 8.4.10 Consistent opnieuw betreden van de zone mislukt Scenario Als de robot over de begrenzingsdraad heen gaat, maar er niet in slaagt opnieuw het veld binnen te rijden waar hij aan het maaien is.
Hoofdstuk 8 Verhelpen van storingen (foutmeldingen) 8.4.13 Wachten op contact met station Scenario Als de robot zich in het laadstation bevindt en het contact verloren gaat. Hij wacht een uur alvorens hij een alarm activeert. Reden - Het contact met de arm van het laadstation is verbroken. - Er is onvoldoende spanning op de armen om de robot op te laden.
Hoofdstuk 8 Verhelpen van storingen (foutmeldingen) 8.5 Obstacles 8.5.1 Ruis bij bumper Scenario Als het niveau van de elektrische (achtergrond)ruis bij de bumper hoog genoeg is om een juiste functionering te verstoren. Oplossing Dit doet zich enkel voor als de robot in het laadstation is. Controleer of het station correct geaard is.
Hoofdstuk 8 Verhelpen van storingen (foutmeldingen) 8.5.4 Niet-afgehandelde botsing! Scenario Als de robot kleine obstakels tegenkomt. Betekenis / reden De robot heeft kleine obstakels gedetecteerd in het maaiveld, die niet groot genoeg zijn om de optilsensoren te activeren. Oplossing Controleer het terrein op de plek waar het probleem zich voordeed en verwijder eventuele kleine obstakels.
Hoofdstuk 8 Verhelpen van storingen (foutmeldingen) Oplossing Vervang de defecte sonarsensor. Neem contact op met uw dealer. 8.5.9 Langdurige botsing ({0}) gedetecteerd Scenario Als een optil- of achteruitsensor ten minste 10 seconden geblokkeerd is. Oplossing Verwijder het obstakel. 8.5.10 Nog steeds in botsing ({0})! Scenario Als een manoeuvre om een botsing te voorkomen na 1 minuut nog niet gelukt is.
Hoofdstuk 8 Verhelpen van storingen (foutmeldingen) 8.5.14 Draad momenteel geconfigureerd om genegeerd te worden. Scenario De robot verstuurt een waarschuwing alvorens aan het werk te gaan. Hij kan buiten zijn gebied komen en er is gevaar dat hij in het water valt. Oplossing Schakel de demonstratiemodus uit.
Hoofdstuk 9 Verbinding maken met robots 9 Verbinding maken met robots Communiceren met de robot is mogelijk via: • Directe mens-machine-interactie (pagina 73) • Toegang op afstand via de webserver (pagina 73). Directe mens-machine-interactie Afbeelding 27: Mens-machine-interactie Deze manier van communiceren houdt in dat de robot direct bediend wordt via de geïntegreerde gebruikersinterface.
Informatie over de configuratieparameters van de die gewijzigd kunnen worden via de webserver is online beschikbaar op de pagina ‘Veelgestelde vragen’. - De prestaties van de robot controleren. - Automatische software-updates implementeren via Yamabiko. 9.1.1 Entiteiten, gebruikers en robots Afbeelding 31: Entiteiten, gebruikers en robots In het bovenstaande voorbeeld staan 5 entiteiten binnen een hiërarchische structuur.
Hoofdstuk 9 Verbinding maken met robots (‘Sportveld 1’, ‘Sportveld 2’, ‘Park West’ en ‘Park Oost’). De entiteit ‘Park West’ heeft een onderliggende entiteit ‘Golfbaan’. Een entiteit is een groep van gebruikers en robots gekoppeld aan een ‘locatie’. Elke entiteit kan een aantal robots bevatten die gebruikt worden op de locatie. Gebruikers en rollen Een gebruiker heeft een account dat gekoppeld is aan een entiteit.
Pagina 76
Hoofdstuk 9 Verbinding maken met robots Klik op [Entiteit maken]. Voer de ‘Achternaam’ van de nieuwe entiteit in (in dit voorbeeld ‘Nieuwe verdeler’). Voer indien nodig een beschrijving in. Dit is optioneel. Voer de velden ‘Straat’, ‘Nummer’, ‘Plaats’, ‘Postcode’ en ‘Land’ in. Deze zijn allemaal verplicht.
Hoofdstuk 9 Verbinding maken met robots Stap 3: De robot wordt overgezet naar de nieuwe entiteit Deze stap wordt uitgevoerd door de vertegenwoordiger van de oorspronkelijke bovenliggende entiteit. Klik op de webserver op Beheer. Zoek naar robots. Klik op het tabblad ‘Robots’. Selecteer de robot die overgezet moet worden.
Hoofdstuk 9 Verbinding maken met robots Opmerking: Als u de e-mail niet ontvangt of als u niet snel genoeg reageert, volg dan de procedure voor het aanvragen van een accountactivering (pagina 79). Om een robot toe te voegen aan uw account Kopieer de link in de e-mail naar de adresbalk van uw browser en druk op <Enter>.
Hoofdstuk 9 Verbinding maken met robots Om een accountactivering aan te vragen Als u de activeringsmail niet ontvangen heeft of als u niet snel genoeg gereageerd heeft, volg dan de onderstaande procedure om naar uw account te gaan. Ga naar https://myrobot.belrobotics.com/login Voer het e-mailadres in dat u gebruikt heeft bij het maken van het account.
Hoofdstuk 9 Verbinding maken met robots Wijzig de gewenste instelling(en). Klik op [Registreren]. Om uw wachtwoord te wijzigen Het wachtwoord heeft u opgegeven bij het activeren van het account. Klik op het tandwielpictogram naast uw gebruikersnaam. Klik op Profiel Scroll omlaag naar het deelvenster Wachtwoord. Voer uw huidige wachtwoord in.
Pagina 81
Hoofdstuk 9 Verbinding maken met robots Klik op . De robot wordt toegevoegd aan de lijst met Favorieten. Klik op het tabblad Favorieten om de lijst met Favorieten te bekijken. Om de huidige status weer te geven en een opdracht te geven Klik op de robot in de lijst met Favorieten.
Pagina 82
Hoofdstuk 9 Verbinding maken met robots Weergeven van de geschiedenis in een tabel U kunt de gegevens in de tabel in elke kolom sorteren door op de pijlen omhoog of omlaag te klikken om Oplopende of Aflopende volgorde te selecteren. Bij bepaalde items kunt u de weergegeven gegevens filteren door de gewenste inhoud te selecteren in de vervolgkeuzelijst.
Pagina 83
Hoofdstuk 9 Verbinding maken met robots Om de weergave van de gegevens te wijzigen: - klik op voor cumulatieve gegevens in een cirkeldiagram. - klik op voor dagelijkse gegevens in een staafdiagram. Klik om de informatie te downloaden op Om de identificatiegegevens van een robot weer te geven Klik op de robot in de lijst met Favorieten.
Hoofdstuk 9 Verbinding maken met robots 9.1.3.2.1 Beheer van entiteiten Als u inlogt, dan is uw account gekoppeld aan uw bovenliggende entiteit. Om de informatie over uw entiteit en de onderliggende entiteiten weer te geven Klik op Voer de naam of een deel van de naam van de entiteit in in het zoekveld (voer * in om naar alle entiteiten te zoeken).
Hoofdstuk 9 Verbinding maken met robots Klik op (aan de rechterkant van het scherm). 9.1.3.2.2 Beheer van robots Opmerking: Deze informatie betreft de functies die beschikbaar zijn in het gedeelte Beheer van de webserver. Voor andere functies, zie Mijn robots (pagina 80).
Hoofdstuk 9 Verbinding maken met robots Klik op De lijst met gebruikers en hun bovenliggende entiteit wordt weergegeven. Om de eigenschappen van een gebruiker weer te geven Klik op de gebruiker in de lijst. De eigenschappen van de gebruiker worden weergegeven. Opmerking: De eigenschappen van een gebruiker kunnen hier niet gewijzigd worden.
Hoofdstuk 9 Verbinding maken met robots Om een nieuwe melding toe te voegen Kik op +. Voer de naam van de robot in (serienummer). Selecteer het Meldingstype. Selecteer de manier van ontvangen. - E-mail - op uw e-mailadres - Smartphone – de melding kan bekeken worden in de Belrobotics -app. Klik op Om een melding te wijzigen Klik op...
Pagina 88
Hoofdstuk 9 Verbinding maken met robots Om de alarmgeschiedenis van een robot weer te geven: tik op Om het accuniveau en de robotgegevens weer te geven: veeg over de robot. Om de locatie van de robot weer te geven: tik op Bigmow Bedieningshandleiding Versie: Release 3.5 Laatst bijgewerkt: 2019-01-23...
Hoofdstuk 10 Service en onderhoud 10 Service en onderhoud In dit hoofdstuk worden het regelmatig onderhoud en de servicebeurten van uw Bigmow-robot beschreven. Onderhoud houdt de taken in die regelmatig uitgevoerd moeten worden gedurende het maaiseizoen. Een servicebeurt houdt de (jaarlijkse) controle door een bevoegd technicus in. Alle apparaten moeten regelmatig een servicebeurt krijgen! 10.1 Onderhoud Onderhoud houdt een aantal taken in die regelmatig uitgevoerd moeten worden gedurende...
Hoofdstuk 10 Service en onderhoud Gebruik altijd OEM (Original Equipment Manufacturer)-onderdelen geleverd door Belrobotics. Door het gebruik van niet-OEM-onderdelen ontstaan niet alleen risico's op ongelukken, maar vervalt ook de garantie bij hieruit voortvloeiende schade. Belrobotics wijst alle aansprakelijkheid af in geval van ongelukken ten gevolge van het gebruik van niet-OEM- onderdelen.
Pagina 91
Hoofdstuk 10 Service en onderhoud Reinigen van de voorwielas (pagina 92). Reinigen van de maaikop (pagina 93) Reinigen van de maaischijf (pagina 93) Controleren van de snijmessen (pagina 93) Reinigen van de achterwielen (pagina 94) Elke zes maanden Controleren van de bedrading (pagina 94).
Pagina 92
Hoofdstuk 10 Service en onderhoud Reinig de bumper met een vochtige doek. Opmerking: Gebruik GEEN water. Reinigen van de sonarsensoren Deze procedure moet wekelijks uitgevoerd worden. Voor een goede functionering moeten de sonarsensoren schoongehouden worden. Ze moeten allemaal goed functioneren. Als een van de sensoren niet goed functioneert, dan wordt een alarm afgegeven.
Pagina 93
Hoofdstuk 10 Service en onderhoud Reinigen van de maaikop Deze procedure moet wekelijks uitgevoerd worden. Reinig de maaikop met een borstel. Als er perslucht beschikbaar is, dan is dit effectiever. Controleer of de hele maaikop gemakkelijk vooruit en achteruit beweegt zoals aangegeven met de pijl in de onderstaande afbeelding.
Pagina 94
Hoofdstuk 10 Service en onderhoud Draai de schroef los om het snijmes te verwijderen. Opmerking: Gebruik een schroevendraaier met een platte kop van 8 mm breed en 1,2 mm dik. Plaats het nieuwe mes en schroef het vast. Opmerking: Na elke ingreep aan de maaikoppen: - Draai elke maaikop afzonderlijk.
Pagina 95
Hoofdstuk 10 Service en onderhoud Deze procedure moet uitgevoerd worden aan het einde van het maaiseizoen. Zorg ervoor dat de accu volledig opgeladen is voor de winter en schakel vervolgens het apparaat uit. Zie Afbeelding 3: Onderdelen aan de onderkant van de robot (pagina 11) voor de locatie van de schakelaar.
Hoofdstuk 11 Verklaringen 11 Verklaringen Uw robot voldoet aan de Europese normen. Recyclage Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur dient ingezameld te worden. Lever uw robot in voor recyclage overeenkomstig de geldende voorschriften. Symbolen op de accu Neem de documentatie door voor u de accu hanteert en gebruikt. Zorg ervoor dat de accu niet in contact komt met water.
Hoofdstuk 14 Verklarende woordenlijst 14 Verklarende woordenlijst Begrenzingsdraad Een onder het oppervlak van het te maaien grasveld ingegraven draad die het maaigebied afbakent en de grenzen bepaalt waar de robot niet overheen mag. Het gebied dat afgebakend wordt door de begrenzingsdraad heet een ‘perceel’. Eiland Een lus in de begrenzingsdraad waarbinnen de robot niet mag maaien.
Pagina 101
Hoofdstuk 14 Verklarende woordenlijst Obstakels worden gedetecteerd door sensoren. Permanente obstakels kunnen ontweken worden door een lus te maken met de begrenzingsdraad om ‘eilanden’ of ‘pseudo- eilanden’ te maken. Perceel Een gebied binnen een begrenzingsdraad dat gemaaid moet worden. Er is ten minste één perceel gekoppeld aan één draad.
Pagina 102
Hoofdstuk 14 Verklarende woordenlijst Afbeelding 36: Slalombeweging langs de draad om het laadstation te verlaten Volgrand Een grasstrook langs de rand van het perceel dat gemaaid moet worden. De robot volgt de volgrand als hij vertrekt uit of terugkeert naar een station. Er wordt geen volgrand ingesteld voor een draad die dienst doet als ‘terug-naar- stationslus...
Hoofdstuk 15 Afkortingen 15 Afkortingen APN: Access Point Name (gsm) – naam van het toegangspunt BMS: Battery Management System – batterijmanagementsysteem LFP: Lithium-ijzer-fosfaat UWB: Ultra Wide Band CPU: Central Processing Unit – centrale verwerkingseenheid GPS: Global Positioning System AP: Access Point (wifi) – toegangspunt Bigmow Bedieningshandleiding Versie: Release 3.5 Laatst bijgewerkt: 2019-01-23...
Hoofdstuk 16 Registratiegegevens van de robot 16 Registratiegegevens van de robot Elke robot moet geregistreerd worden op de portal. (https://myrobot.belrobotics.com/ registration) U kunt hier het serienummer en het e-mailadres voor de registratie noteren. Serienummer ............E-mailadres ............. Bigmow Bedieningshandleiding Versie: Release 3.5 Laatst bijgewerkt: 2019-01-23...
Pagina 105
Belrobotics®, Bigmow® en Parcmow® zijn geregistreerde handelsmerken van Yamabiko Europe.