Controleer of er geen zichtbare schade door het transport is. Indien u merkt dat de aansluitkabel of de
behuizing beschadigd is, gebruik het toestel dan niet en raadpleeg meteen uw plaatselijke handelaar.
Dit toestel valt onder beschermingsklasse II en is uitgerust met een beschermende isolatie.
Steek de stekker altijd in een geschikt stopcontact. Het voltage en de frequentie moeten exact dezelfde zijn als
deze die op het toestel vermeld staan. Verkeerde voltages of stopcontacten kunnen het toestel onherroepelijk
beschadigen en dodelijke elektrische schokken veroorzaken.
Steek de voedingsstekker altijd als laatste in. Steek de stekker altijd zacht in het stopcontact. Controleer of de
stekker stevig in het stopcontact zit.
Laat de voedingskabel nooit in contact komen met andere snoeren! Behandel de voedingskabel en alle
aansluitingen op het stroomnet met uiterste voorzichtigheid! Raak ze nooit aan met natte handen, want dat kan
leiden tot een dodelijke elektrische schok.
De voedingskabel mag nooit gewijzigd, gebogen, uitgerekt, onder druk gezet of opgewarmd worden. Gebruik
het toestel nooit in de buurt van warmte- of koudebronnen. Anders kan dat leiden tot schade aan het snoer,
brand of een dodelijke elektrische schok.
Als u de kabel op de kabelingang van het toestel aansluit, mag die nooit spannen. De kabel naar het toestel
moet steeds lang genoeg zijn. Anders kan de kabel beschadigd geraken en dat kan leiden tot dodelijke
elektrische schokken.
Zorg ervoor dat de voedingskabel nooit geplooid of door scherpe randen beschadigd kan worden. Controleer
het toestel en de voedingskabel af en toe.
Bij gebruik van verlengkabels moet de diameter van de kerndraad toereikend zijn voor het stroomverbruik dat
het toestel vereist. Alle waarschuwingen in verband met de elektriciteitssnoeren gelden ook voor alle mogelijke
verlengsnoeren.
Trek de stekker altijd uit het stopcontact wanneer het toestel niet gebruikt wordt en voor u het schoonmaakt.
Neem de voedingskabel alleen bij de stekker vast. Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact
te halen. Anders kan het snoer of de stekker beschadigd geraken wat kan leiden tot dodelijke elektrische
schokken. Indien de stekker of de stroomschakelaar niet bereikbaar zijn, moet het toestel via het
elektriciteitsnet uitgeschakeld worden.
Indien de stroomstekker van het toestel bestoft is, moet het toestel uitgeschakeld, losgekoppeld en met een
droge doek worden schoongemaakt. Stof kan de isolatie verminderen wat kan leiden tot een dodelijke
elektrische schok. Bij een ernstigere vervuiling moet een specialist het vuil verwijderen.
Er mag nooit vocht in de stroomuitgangen, verlengsnoeren of openingen in de behuizing van het toestel lopen.
Als u denkt dat er toch vloeistof in het toestel is geraakt, dan moet u het meteen loskoppelen. Dit geldt ook
wanneer het toestel aan een hoge vochtigheid werd blootgesteld. Indien het toestel nog werkt, moet een
specialist controleren of de vloeistof de isolatie aangetast heeft. Verminderde isolatie kan leiden tot een
dodelijke elektrische schok.
Er mogen nooit voorwerpen in het toestel geraken. Dit geldt vooral voor metalen voorwerpen. Indien metalen
voorwerpen zoals nietjes of metalen stukjes in het toestel geraken, moet het onmiddellijk uitgeschakeld en
losgekoppeld worden. Defecten of kortsluitingen veroorzaakt door metalen deeltjes kunnen dodelijke
verwondingen voor gevolg hebben.
Bij de opstart kan er rook of een geur vrijkomen. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
Opgelet: Tijdens het gebruik kan de behuizing heet worden.
GEVAAR VOOR DE GEZONDHEID!
Kijk nooit rechtstreeks in de lichtbron, want dit kan bij gevoelige personen een
epileptische aanval uitlokken (in het bijzonder bedoeld voor epileptici)!
Denk eraan dat schade als gevolg van handmatig aangebrachte wijzigingen aan het toestel, niet onder de
garantie valt.
4/8
00092851.DOCX, Versie 1.3