HOE U DEZE ROOKMELDER MOET INSTALLEREN
• Deze rookmelder dient op een centraaldoos van maximaal 10 cm te worden bevestigd.
• Deze rookmelder dient op het plafond of zo nodig op de muur te worden bevestigd.
• Het model 86RACEMPC kan als een afzonderlijke rookmelder worden gebruikt of met andere rookmelders worden gekoppeld.
• BRK Electronics raadt aan om alle 86RACEMPC rookmelders onderling te verbinden. Lees 'Hoe u rookmelders onderling
moet verbinden' voor belangrijke informatie over onderlinge aansluitingen. Onderling verbonden toestellen bieden meer
veiligheid dan afzonderlijke rookmelders.
De rookmelder mag alleen door een bevoegde elektricien conform de IEEE-voorschriften voor elektrische installaties
worden geïnstalleerd.
Deze rookmelder moet 24 uur per dag zijn aangesloten op netspanning (230 V~, 50 Hz). Zorg ervoor dat de spanning niet
onderbroken kan worden met een lichtknop of dimmer.
Het is mogelijk dat er brand uitbreekt op de stroomkring die de rookmelder van stroom voorziet. Hoewel dit
onwaarschijnlijk is, zal de rookmelder in dat geval mogelijk niet werken. Sommige veiligheidsdeskundigen vinden het
raadzaam om de rookmelders via een apart circuit te verbinden met een verdeeldoos. Andere veiligheidsdeskundigen
menen dat het beter is om de rookmelders op dezelfde stroomkring als die voor andere apparatuur aan te sluiten, zodat
sneller zal blijken wanneer de stroomkring is uitgevallen. BRK Electronics raadt aan hetzij afzonderlijke, hetzij
gemeenschappelijke stroomkringen te gebruiken en bovendien door batterijen gevoede rookmelders of op netspanning
werkende rookmelders met een backup-batterij te installeren, indien u bezorgd bent over de netspanning.
Lees 'Waar de rookmelders geplaatst moeten worden" en 'Waar de rookmelders niet geplaatst moeten worden" alvorens
deze rookmelder te installeren. Beslis hierna waar u deze rookmelder wilt installeren.
KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK. Schakel de stroom uit naar de plaats waar u de rookmelder wilt installeren.
Deze rookmelder mag niet aan druppels of spatwater worden blootgesteld.
1. Installeer een aansluitdoos of een montagesokkel (BRK model SMK839 [standaard] of SMK839RCB [relais]) op de plaats
waar u de rookmelder wilt installeren indien er nog geen doos is geïnstalleerd. Hiervoor geharmoniseerd montagedraad
(Ho7V-U) 2,5 mm
2
toepassen.
2. Installeer de montagebeugel op de aansluitdoos of de montagesokkel met behulp van de schroefgleuven die bij de
door u gebruikte aansluitdoos passen.
3. Bij de rookmelder is een netaansluitstuk met oranje, bruine en blauwe draden meegeleverd. Gebruik een geïsoleerd
aansluitblok om deze draden op de installatie van de wisselstroomvoeding aan te sluiten. Verbind de bruine draad op
het aansluitstuk met de bruine netdraad en de blauwe draad op het aansluitstuk met de blauwe netdraad.
Opmerking: Wanneer deze rookmelder op andere rookmelders moet worden aangesloten, lees dan de instructies in de
volgende paragraaf, 'Hoe u rookmelders onderling moet verbinden', alvorens de rookmelder te installeren. Wanneer de
rookmelder niet zal worden doorverbonden, dient de oranje draad op het aansluitstuk niet te worden gebruikt.
4. Wanneer de rookmelder op andere rookmelders zal worden aangesloten,
sluit de oranje draad dan op het aansluitstuk dan op de verbindingsdraad
(Ho7V-U) 2,5 mm
2
kleur oranje toepassen,
aan. Wanneer de rookmelder niet op andere rookmelders zal worden aangesloten, isoleer het afgestripte uiteinde
van de oranje draad op het aansluitstuk dan met isolatieband en buig deze in de aansluitdoos of de montagesokkel.
Afbeelding 7: INSTALLATIE DE 86 RACEMPC
ROOKMELDER
DE BEDRADING MOET AAN DE
IEEE VOORSCHRIFTEN VOOR
ELEKTRISCHE INSTALLATIES
VOLDOEN
Sluit geen wisselstroomdraden op de DOORVERBINDINGSKLEM aan, omdat hierdoor de rookmelder zal
worden beschadigd.
5. Breng het richtpunt op het deksel van de rookmelder op één lijn met de pijl op de rand van de bevestigingsplaat.
Draai vervolgens de rookmelder met de klok mee tot u een klik voelt. De rookmelder zal in de bevestigingsplaat
vastklikken.
De batterij is in de fabriek verkeerd om aangebracht om deze tot de installatie vers te houden. De batterij moet op de
juiste wijze worden aangebracht om de rookmelder van backup-stroom te voorzien.
6. HOE U DE BATTERIJ BIJ MODEL 86RACEMPC MOET INSTALLEREN
a. Pak het uitsteeksel op de schuiflade voor de batterij en trek deze recht naar buiten (zie afbeelding 7.1).
De batterij is in de fabriek VERKEERD geplaatst om deze tot de installatie vers te houden. Deze moet opnieuw
worden geplaatst om als reservebatterij gelijkstroom te kunnen geven.
b. Verwijder de batterij en plaats deze goed, zoals op het label in de schuiflade
wordt aangegeven. Duw de trekbak recht naar binnen tot deze in één vlak met
de behuizing is.
c. Om te controleren of de gelijkstroom van de reservebatterij goed is, moet u de
transparante, met "PUSH TO TEST" gemarkeerde testschakelknop op het deksel
van de rookmelder indrukken. Houd deze ongeveer TIEN seconde vast tot de
alarmhoorn klinkt.
OPMERKING: De alarmhoorn kan maximaal 10 seconde blijven klinken nadat u de
testknop hebt losgelaten.
OPMERKING: Als de rookmelder één keer per minuut piept nadat er wisselstroom
beschikbaar is, is de batterij niet goed geplaatst of is de batterij
leeg. Herhaal stappen 1-3 om ervoor te zorgen dat de batterij
correctis ingebracht.
7. Als u geen rookmelders wilt doorverbinden, herstel dan de voeding naar de aansluitdoos door de zekering te
vervangen of de juiste stroomonderbreker om te zetten.
8. Het STROOM AAN-controlelampje (door de transparante testknop op het deksel van de rookmelder te zien) behoort te
branden als de wisselstroom wordt aangezet. Als het controlelampje niet brandt, moet u alle draadverbindingen control-
eren. Als de wisselstroom aan is en de verbindingen goed zijn, maar het STROOM AAN-controlelampje toch niet
brandt, moet de rookmelder voor reparatie worden teruggestuurd. Probeer deze niet zelf te repareren.
OPMERKING: Het STROOM AAN-controlelampje werkt alleen voor wisselstroom.
9. Om te controleren of de wisselstroom goed is, moet u de transparante, met "PUSH TO TEST" gemarkeerde
testschakelknop op het deksel van de rookmelder indrukken. Houd deze ongeveer TIEN seconde vast tot de
alarmhoorn klinkt.
Sluit deze rookmelder niet op een ander alarm- of hulptoestel aan. Wanneer deze rookmelder op iets anders wordt
aangesloten, zal deze niet meer goed werken.
HOE U ROOKMELDERS ONDERLING MOET VERBINDEN
86RACEMPC rookmelders kunnen op elkaar worden aangesloten. In dat geval zullen alle rookmelders hun alarm laten
klinken wanneer één ervan rook waarneemt. Er moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan om een systeem van
onderling verbonden rookmelders goed te laten werken:
Kans op een elektrische schok. Zet de stroom naar de ruimte waar u werkt, uit alvorens rookmelders door
te verbinden.
1. BRK model 86RACEMPC mag worden doorverbonden.
2. Alleen melders van hetzelfde model mogen worden doorverbonden.
3. Maximaal twaalf 86RACEMPC rookmelders mogen aan elkaar worden gekoppeld.
4. Alle gekoppelde apparaten moeten worden aangesloten op een en dezelfde zekering of stroomonderbreker.
5. De totale lengte van de draad die de rookmelders onderling verbindt, mag niet meer dan 150 meter zijn.
De verbindingskabels moeten 1,5 mm
2
zijn en voor minstens 300 V geschikt zijn.
6. De bedrading dient aan de huidige IEEE-voorschriften voor elektrische installaties te voldoen.
7. Verbindt de rookmelders onderling door de verbindingsdraad op alle toestellen aan te sluiten. Zie afbeelding 8.
8. Zet de stroom naar de aansluitdoos aan door de zekering terug te plaatsen of door de juiste stroomonderbreker
om te zetten.
9. Druk op de testknop van elke rookmelder om het systeem te testen. U moet de alarmsignalen van alle rookmelders
in het systeem horen wanneer deze correct zijn aangesloten. Controleer of alle andere toestellen een alarm laten horen
wanneer elk toestel in het systeem wordt getest.
Indien bovenstaande instructies niet volledig in acht worden genomen, kan er storing ontstaan en kunnen
de rookmelders worden beschadigd.
Rookmelders moeten alleen binnen een wooneenheid onderling worden verbonden, omdat er anders een ongewenst
alarm kan ontstaan wanneer een rookmelder in een andere wooneenheid wordt getest.
Er mag geen verbinding met een aardingsaansluiting worden gemaakt.
hiervoor geharmoniseerd montagedraad
Afbeelding 7.1:
SCHUIFLADE VOOR BATTERIJ
UITGETROKKEN
-BELANGRIJK-
3
DE MAXIMALE LENGTE VAN DE VERBINDINGS-
DRAAD IS 150 METER VOOR EEN KABEL VAN
1,5 mm
2
. ALLE ONDERLING VERBONDEN ALLE
ROOKMELDERS, DIE MET ELKAAR DOORVER-
BONDEN ZIJN, MOETEN ZIJN AANGESLOTEN
OP DEZELFDE LICHTGROEP.
INSTALLEER CONFORM DE HUIDIGE IEEE-
VOORSCHRIFTEN VOOR ELEKTRISCHE
INSTALLATIES.
Afbeelding 8: 86RACEMPC ROOKMELDERS
DIE ONDERLING ZIJN VERBONDEN.
ZWART NIET GESCHAKELDE
230 V~, 50 Hz VOEDINGSBRON
HOE U KUNT CONTROLEREN OF DE ROOKMELDER GOED WERKT
Wanneer het controlelampje continue brand, krijgt de rookmelder stroom van de batterij of de netspanning.
Test de rookmelder wekelijks door de testknop stevig in te drukken tot het alarm af gaat. Dat behoort ongeveer
10 seconden te duren. Wanneer het alarmsignaal een onafgebroken hard geluid produceert, werkt de rookmelder
naar behoren. Dit is de enige manier om er zeker van te zijn dat de rookmelder werkt.
Gebruik nooit een open vlam van welke aard ook om de rookmelder te testen. De rookmelder, of zelfs uw huis, kan in
brand vliegen of beschadigd raken. De ingebouwde testschakelaar test alle functies van de rookmelder zorgvuldig,
overeenkomstig de eisen van het keurmerk voor brandveiligheid. Het is de enige juiste methode om uw rookmelder te testen.
Wanneer het alarmsignaal afgaat en u de testknop niet heeft ingedrukt, dan heeft de rookmelder rook of
verbrandingsdeeltjes in de lucht waargenomen. Het alarmsignaal is een waarschuwing voor een mogelijk
gevaarlijke situatie. Uw onmiddellijke aandacht is vereist.
• Het alarm kan door overlast zijn ontstaan. Rook bij het koken of een stoffig fornuis, welke soms "goedaardige branden"
worden genoemd, kunnen het alarm laten afgaan. Wanneer dit gebeurt, dient u een raam te openen of de lucht te
ventileren om de rook of het stof te verwijderen. Het alarm zal uit zichzelf ophouden zodra de lucht volledig schoon is.
Maak de netspanning niet los of verwijder de batterij niet, omdat u hiermee uw bescherming verwijdert.
Alleen voor onderling verbonden rookmelders:
• Wanneer een systeem van onderling verbonden rookmelders alarm geeft, zal het controlelampje eens per 2-3 seconden flit-
sen op de rookmelder(s) die rook waarneemt (waarnemen). Op alle andere rookmelders zal het eens per 40 seconden flitsen.
HOE U DEZE ROOKMELDER MOET ONDERHOUDEN EN TESTEN
Uw rookmelder is zo ontwikkeld dat deze een minimaal onderhoud nodig heeft. Om uw rookmelder altijd goed te laten
functioneren, moet u:
• De rookmelder wekelijks testen. (Zie hoofdstuk 'Hoe u kunt controleren of de rookmelder goed werkt'.)
• De batterij onmiddellijk vervangen wanneer de "pieptoon" voor een zwakke batterij eens per minuut klinkt. (Zie
afbeelding 7 hoe u de rookmelder dient te verwijderen en het batterijcompartiment dient te openen.) De "pieptoon" voor
een zwakke batterij zal minstens 30 dagen duren.
Opmerking: Alleen de volgende alkalinebatterijen zijn geschikt om de rookmelder goed te laten werken: Eveready PP3S,
Energizer 522 or 6LR61, Duracell MN1604. Uw oude batterij niet weggooien, maar inleveren als KCA.
Gebruik geen andere soort batterij. Met andere batterijen zal deze rookmelder mogelijk niet goed werken.
De meeste carbon zinc batterijen hebben een gemiddelde levensduur van 1 jaar. De meeste alkaline batterijen hebben een
gemiddelde levensduur van 1-2 jaar. De meeste lithium batterijen hebben een gemiddelde levensduur van 6-10 jaar. De
werkelijke levensduur hangt af van de rookmelder en de omgeving waarin deze is zich bevindt.
Alle genoemde typen batterijen kunnen worden gebruikt ter vervanging van de bestaande batterij.
Onafhankelijk van de levensduur die de producent van batterijen opgeeft moet u batterij vervangen zodra de rookmelder
een waarschuwing geeft. (waarschuwing lage batterij spanning).
De rookmelder altijd testen na een periode van afwezigheid.
Kans op een elektrische schok. Zet de wisselstroom af bij de zekerings- of stroomverbrekerkast die de
rookmelder van stroom voorziet, alvorens de onderstaande reinigingsinstructies uit te voeren.
• Gebruik de stofzuiger met een zachte borstel minimaal één maal per jaar om het stof van de rookmelder te verwijderen.
• Reinig het deksel van de rookmelder wanneer deze vuil is geworden. Was het deksel met de hand met een in
schoon water bevochtige doek schoon. Droog deze met een pluisvrije doek af. Zorg ervoor dat er geen water op de
onderdelen van de rookmelder komt.
• Test de rookmelder na de stroom opnieuw te hebben aangesloten.
Opmerking: Wanneer u meerdere malen een ongewenst krijgt, controleer dan de locatie van de rookmelder. Zie het
hoofdstuk 'Waar u de rookmelder niet geplaatst moet worden'. Verplaats uw rookmelder indien deze op een
verkeerde plaats is aangebracht. Reinig de rookmelder op bovenstaande manier.
Wanneer de rookmelder niet goed werkt, controleer dan of de voeding correct is aangesloten en of de rookmelder
schoon is. Indien er problemen blijven bestaan, probeer de rookmelder dan niet zelf te herstellen, omdat hierdoor
uw garantie ongeldig wordt.
Overleg eerst met uw leverancier, stuur na overleg met uw leverancier de rookmelder retour naar: BRK Electronics,
Takkebijsters 37b, 4817 BL Breda, Nederland. Stuur een beschrijving van het probleem bij de rookmelder mee. (Zie 'Informatie
over de garantie' aan het einde van deze gebruiksaanwijzing.)
Deze rookmelder bevat radioaktief materiaal. Toegelaten door Ministerie van VROM.
BESCHERMING VAN UW GEZIN TEGEN BRAND
Het aanbrengen van rookmelders vormt slechts één stap bij de bescherming van uw gezin tegen brand. U moet daarnaast
de kans op het uitbreken van brand in uw huis verkleinen en een doordacht vluchtplan maken. Voor een goede brand-
beveiliging moet u de volgende maatregelen nemen:
a. Installeer de rookmelders goed. Voer alle instructies in deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig uit. Houd uw
rookmelders schoon en test deze wekelijks. U kunt niet worden gealarmeerd door rookmelders die niet werken.
b. Vervang uw rookmelders onmiddellijk wanneer deze niet goed werken.
c. Om correcte werking te garanderen mogen rookmelders niet worden afgedekt.
d. Houd u zich aan de veiligheidsvoorschriften voor brand houdt en vermijd gevaarlijke situaties:
• Gebruik rookartikelen op de juiste manier. Rook nooit in bed.
• Houd lucifers en sigarettenaanstekers uit de buurt van kinderen.
• Berg brandbare stoffen in geschikte containers op. Gebruik deze nooit bij open vuur of vonken.
• Houd elektrische apparatuur in goede staat. Overbelast geen elektrische stroomkringen.
• Houd kachels, open haarden, schoorstenen en grillroosters vetvrij. Zorg ervoor dat deze goed zijn geïnstalleerd, uit de
buurt van brandbare stoffen.
• Houd draagbare verwarmingsinstallaties en open vuur als van kaarsen uit de buurt van brandbare stoffen.
• Laat huisvuil niet ophopen.
e. Maak een plan voor een vluchtroute en oefen dit met uw hele gezin. Oefen dit ook met kleine kinderen.
• Teken een plattegrond van elke verdieping van uw huis en geef minstens twee uitgangen in iedere kamer aan om uit elke
kamer te kunnen ontkomen. Er moet één manier zijn om uit elke slaapkamer te kunnen komen zonder de deur te openen.
• Leg aan kinderen uit wat het alarmsignaal van de rookmelder betekent. Leer hen zich erop voor te bereiden om het
huis zo nodig zelfstandig te moeten verlaten. Laat hen zien hoe zij kunnen controleren of deuren heet zijn alvorens
deze te openen. Laat hen zien hoe zij dicht bij de vloer kunnen blijven en zo nodig moeten kruipen. Laat hen zien hoe
zij een alternatieve route kunnen gebruiken wanneer de deur heet is en niet mag worden geopend.
• Spreek een verzamelplaats af op een veilige afstand van uw woning en zorg ervoor dat al uw kinderen begrijpen waar
zij naartoe moeten gaan en dat ze daar op u moeten wachten.
• Houd ieder half jaar een brandoefening waarbij veilig ontsnappen moet worden geoefend, ook met kleine kinderen.
• Weet waar u heen moet gaan om de brandweer buiten uw huis te kunnen opbellen.
• Schaf noodapparatuur als BRK brandblussers aan en leer uw gezin hoe zij deze apparatuur behoren te gebruiken.
WAT TE DOEN BIJ BRAND
Wanneer u een plan voor een vluchtroute voor uw gezin heeft opgesteld en dit met hen heeft geoefend, heeft u hun
kansen verhoogd om veilig te kunnen ontkomen. Neem steeds de volgende regels met uw kinderen door wanneer u een
brandoefening houdt. Daardoor zal iedereen er eerder aan denken indien er een echte noodsituatie door brand ontstaat.
a. Raak niet in paniek en blijf rustig. Uw veiligheid kan ervan afhangen of u helder kunt blijven denken en of u handelt
volgens het vluchtplan.
b. Verlaat de woning zo snel mogelijk. Volg de geplande vluchtroute. Blijf niet in de woning om u aan te kleden of uw
bezittingen te verzamelen.
c. Voel aan de deuren of deze warm zijn. Als de deur koud aanvoelt kunt u hem langzaam openen. Open nooit een hete
deur maar gebruik een alternatieve vluchtroute.
d. Blijf dicht bij de vloer. Rook en hete gassen stijgen op.
e. Bedek uw neus en mond met een bij voorkeur vochtige doek. Haal kort en oppervlakkig adem.
f. Houd deuren en ramen gesloten. Open deze alleen om te kunnen ontkomen.
g. Ontmoet elkaar na het verlaten van de woning op de afgesproken plaats en controleer of iedereen veilig het
huis heeft verlaten.
h. Bel de brandweer zo spoedig mogelijk van een plaats buiten uw woning. Geef eerst uw adres en vervolgens
uw naam door.
i. Ga onder geen enkele omstandigheid terug een brandend huis in.
Neem contact met uw plaatselijke brandweer op. Zij zullen u tips geven hoe u uw huis beter tegen brand kunt beveiligen
en hoe u een vluchtroute voor uw gezin kunt plannen.
VIJF JAAR BEPERKTE GARANTIE
BRK garandeert dat de bijgevoegde rookmelder – maar niet de batterij voor model 86RACEMPC – bij normaal gebruik en
onderhoud gedurende een periode van vijf jaar na de aankoopdatum geen defecten in materialen en afwerking heeft.
BRK geeft geen andere expliciete garantie voor deze rookmelder. Geen enkele agent, vertegenwoordiger, leverancier of
werknemer van de onderneming heeft de bevoegdheid de verplichtingen of beperkingen van de garantie te vermeerderen
of te wijzigen. De verplichting van deze garantie voor de onderneming zal zijn beperkt tot het repareren of vervangen van
een onderdeel van de rookmelder dat bij normaal gebruik en onderhoud gedurende een periode van vijf jaar na de
aankoopdatum defect in het materiaal of de afwerking blijkt te zijn. Gedurende de eerste periode van één jaar na de
aankoopdatum zullen zulke reparaties of vervangingen gratis worden uitgevoerd. Gedurende de laatste vier jaar van de
garantieperiode zullen zulke reparaties of vervangingen worden uitgevoerd tegen een vergoeding door de klant die niet
hoger dan de kosten van de fabrikant zal zijn. Te repareren toestellen moeten worden teruggestuurd naar uw leverancier,
tesamen met aankoopbon. Stuur een beschrijving van het defect van het toestel mee. De onderneming zal niet verplicht
zijn om toestellen te repareren of te vervangen die vanwege beschadiging, onoordeelkundig gebruik, wijzigingen of veran-
deringen na de aankoopdatum moeten worden gerepareerd.
Deze rookmelder bevat een radioactieve stof die bij normaal gebruik geen gevaar voor de gezondheid vormt
(Americium 241-1.0 Microcurie, 37kBq). Toegelaten door Ministerie VROM.
Na het verstrijken van de garantietermijn van 5 jaar, de rookmelder niet bij het huisafval weggooien, maar naar uw
leverancier retourneren.
Indien u een defect bij de rookmelder vermoedt, overleg eerst met uw leverancier,
stuur na overleg met uw leverancier de rookmelder retour naar:
BRK Electronics
Takkebijsters 37b
4817 BL BREDA
NEDERLAND
BRUIN
DOORVERBINDEN
BLAUW
NAAR EXTRA ROOKMELDERS
MAX. 12 ONDERLING VERBONDEN
-BELANGRIJK-
-BELANGRIJK-
-BELANGRIJK-
M07-2061-500 03/02