Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beschrijving Van De Relaisuitgangen; Filter 1 / Filter 2; Sync; Bv1 / Bv2 - Softmaster MMP compact Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschrijving van de relaisuitgangen

Filter 1 / Filter 2

voorverdeler of centrale regelkleppen 1 en 2
Op deze relaisuitgangen (klemmen 5, 6, 7. 8 en 5', 6', 7', 8') moet u de regeneratiekleppen (centrale regelkleppen) of
de voorverdeler aansluiten, die via een elektrische wisselschakelaar of impulsschakelaar worden aangestuurd.
Wisselaar: Bij uitvoeringen met een wisselschakelaar, wisselt de uitgang na elke regeneratiefase.
Impuls: Bij uitvoeringen met een impulsschakelaar, schakelt de uitgang 40 seconden (klem 7 resp. 7').
De ruststand van het relais is bij een stroomloze besturing en in de bedrijfsinstelling van het filter gelijk: Contact op
klem 6 resp. 6'.
De instellingen van de besturing stelt u in via menupunt:
"M" ➔ BASISPROGRAMMA ➔ Ventielaanst.

SYNC

Synchrooncontact/regeneratiemelding
Na stroomuitval (bijv. tijdens de regeneratie) of bij storingen, is het meestal nodig om de kleppen of voorverdeler met
de besturing te synchroniseren. Bij regeneratiekleppen/voorverdelers met wisselbesturing en een oneven aantal
(elektrische) regeneratiestanden, is het zelfs noodzakelijk deze op het synchrooncontact aan te sluiten. Hierdoor keert
de regeneratieklep/voorverdeler na de regeneratie weer terug in de bedrijfsstand. De aansluiting verloopt via klem 8
resp. 8'.
De poort "Sync" kunt u voor een externe weergave van het programmaverloop (regeneratie) of voor besturing van een
klep resp. magneetklep tijdens de regeneratie gebruiken.

BV1 / BV2

Bedieningskleppen filter 1 en 2
De bedieningskleppen van de filters moeten als stroomloos gesloten worden aangesloten.

AL/PR-uitgang voor storingsmelding /extra programma

(klemmen "C NC NO")
De potentiaalvrije uitgangen AL/PR kunnen gebruikt worden voor verschillende functies:
als extra programma PR
Het extra programma dient voor de besturing van een extra klep voor, tijdens of na de regeneratie met
programmeerbare inschakelduur. Als de uitgang AL/PR wordt geschakeld, brandt ter controle de led "PR".
Deze functie kunt u via programmeren via het menupunt (zie basisprogramma "Extra progr"):
"M" ➔ BASISPROGRAMMA ➔ Extra prog.
als uitgang voor storingsmelding ("Alarm")
Bij storingsvrije werking is het contact tussen de klemmen C - NO gesloten en tussen C - NC open. Bij stroomuitval of
een actuele fout, is het contact tussen de klemmen C - NC gesloten en tussen C - NO open.
De besturing bewaakt een hele reeks installatietoestanden. De uitgang voor de storingsmelding blijft net zo lang
geactiveerd (klemmen C - NC gesloten) als de storing bestaat en nog niet is opgeheven.
Een storing wordt door een rode led "foutmelding" en in het display weergegeven.
Het signaal van de storingsmelding op de uitgang van de storingsmelding wordt gewist als u de storing met de toets
annuleert.
De storingsindicatie kan pas worden geannuleerd, als de oorzaak van de storing is opgeheven.
* (NO = Normally open, NC = Normally closed. "Normally" betekent: schakelaarstand in stroomloze staat)
De volgende storingen activeren het signaal van de storingsmelding en worden weergegeven, mits u de
onthardingsinstallatie resp. klep/voorverdeler met het betreffende contact hebt uitgerust.
Statussen die altijd een storingsmelding activeren:
Spanningsuitval
Ontwerpspecificatie overschreden (regeneratiestart terwijl er nog een filter wordt geregenereerd)
Foutmeldingen die optreden afhankelijk van de programmering:
Minimale regeneratieafstand
Maximaal aantal regeneraties bereikt (bij het bereiken van het maximum van de regeneratieteller)
Regeneratie onderbroken door Stop-ingang
Bij gebruik van LL-ingang:
Pekel op
10/30

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Softmaster MMP compact

Inhoudsopgave